412
gevangen aan directe treffers ruim 7 °/0 en aan ricochottreffera
bijna 3.5 °/0
Korten tijd later werd de volgende proef genomen
DoelEene compagnie met verdubbelde rotten uit de flank in staan
de houding, beschoten door eene afdeeling in knielende houding, waar
van de frontbreedte ruim 19 M. (30 rotten); afstand bekend 500 M;
gebruikt vizier 550 M. De voorste schijf breed 4 M. en hoog 1.6 M.
Op 0.75 M. van de buitenzijden waren lijnen getrokken. Van
0.75 M. van de hoeken aan de benedenzijden waren naar 1.56 iM.
(verheffing van de baan van 550 M. op 500 M.) hoogte aan de
buitenzijden eveneens lijnen getrokken. De treffers in de daardoor
ontstane buitendriehoeken kwamen slechts als aanslagen in aan
merking.
Op 50 M. achter deze schijf was eene tweede opgesteld (zuiver
midden op midden) hoog 1.6 M. en breed 4.7 M. Op 1.10 M. van
de bovenbuitenhoeken naar de benedenbuitenhoeken waren lijnen
getrokken, welke driehoeken vormden, die bij de opneming der
treffers buiten beschouwing bleven. Op 1.10 en 0.85 M. van de
buitenzijden waren lijnen getrokken en ook van 1.10 van de boven
buitenhoeken naar 0.85 M. van de buitenbenedenhoeken.
De kogels, welke juist over de voorste schijf heengaan, komen op
49 M. daarachter op den grond, daar zou dus de tweede schijf
gesteld moeten worden zijn.
Daar de colonne een diepte heeft van meer dan 49 M., namelijk
50 M., zou voor dien eenen Meter verschil nog een derde schijf
noodig worden, van zoo'n geringe hoogte, dat het mij beter voor
kwam, de achterste schijf een Meter verder te plaatsen en zoo
doende een derde schijf onnoodig te maken.
Het vuren geschiedde als de vorige maal, doch met 13 vleugel-
rotten, instede van met 10.
De 30 rotten bestonden uit 13 scherpschutters, 28 schutters Je
klasse en 19 schutters 2e klasse.
In de voorste schijf zou met middelmatige schutters verkregen
kunnen worden
