417
zijd; deze zullen zich op die afstanden dus boven die lijn verheffen
1.6; 1.63; 1.665 en 1.7 M. Uit tabel 3 van het Aanhangsel berekent
men in de baan van 600 M. gemakkelijk de vluchthoogten op
520, 533, 546 en 559 M.; deze zijn resp.: 2.63; 2.27; 1.9. en
1.46 M.
Hieruit kan men zonder moeite berekenen de vluchthoogte van
de baan op 533 M., welke op 520 M. eene verheffing heeft van 1.6;
idem die op 546 M., welke op 533 M. eene verheffing heeft van 1.63;
idem die op 559 M., welke zich op 546 M. 1.665 M. boven de vizier
lijn verheft.
Voor de eerste heeft men 2.27 3'6j_~ 1-6 x 533= 1.21 M
Yoor de tweede heeft men 1.9 2,27.~ 1-63 x 5 46 1.24 M.
Voor de derde heeft men 1.461-9 61-665 x 559 1.22 M.
Op de tweede schijf zal dus 1.63—1.21 0.42 M. van den boven
kant een streep moeten getrokken wordenop de 3e schijf idem een
op 1.665—1.24 0.42 M. en op de 4° schijf een op 1.7—1.22=0.48 M.
van de bovenzijde. Alleen de gedeelten dier schijven boven de
horizontale strepen mogen in aanmerking komen natuurlijk zoo
wel voor ricochet- als voor directe treffers.
Is bij genoemde doelen het front van den vurenden troep bij uit
zondering breeder dan dat van het doel zelf, dan mag dit vooreerst
niet door een enkele schijf (rij groepsschijven) worden voorgesteld,
omdat in zulk geval treffers zouden worden opgevangen, die het
werkelijke doel niet zouden raken (zie fig. 3 waarbij eene compa
gnie met verdubbelde rotten marcheerende, door eene enkele schijf
wordt voorgesteld). Elke sectie moet dus door groepsschijven wor
den vervangen. Om nu de treffers op te vangen, welke in de
achterste drie sectiën gemaakt zouden kunnen worden door het over
vleugelende gedeelte van den vurenden troep, moeten ook tegen de
vleugels der sectiën groepsschijven geplaatst worden ter lengte van
de diepte der colonne. Op die zijschijven worden lijnen getrokken
van af de bovenzijde (bij de aansluiting tegen een sectiescbijf) naar
de punten, waar de aansluiting tegen de horizontale lijn op de vol
gende sectieschijf plaats heeft. De treffers in deze driehoeken
Dl. II, 1893. 27