419 der zijsohijyen boven de strepen, opgevangen worden door het ge deelte der achterschijf boven de lijn en dus in de zijschijven niet meetellen. B. v. een gesloten sectiecolonne op twee gelederen, uit de flank in knielende houding wordt, op de wijze als boven gezegd, op 550 M. beschoten door eene afdeeling Infanterie in knielende houding. Iedere sectie wordt voorgesteld door een voor- en achterschijf van 1.2 M. breed en 1.1 M. hoog op 12 M. van elkaar en lood recht midden op midden opgesteld. De zijkanten aan dezelfde zijde van deze schijven zijn door rijen groepsschij ven van 1.1 M. vereemgd. Op 0.47 M. van de bovenzijde der achterste schijf wordt een streep getrokken en evenzoo op iedere rij groepsschij ven van af 0.47 M. van de bovenzijde, gerekend van de plaats waar zij tegen de achterschijf aansluiten, tot aan den bovenkant bij de aansluiting met de voorschijf. Van de achterschijf mogen alleen in rekening worden gebracht de treffers in het 0.47 M. breede bovengedeelte; van de beide rijen groepsschij ven mogen de treffers, welke binnen dringen in den voorkaut van de driehoeken (van 0.47 en 12 M. rechthoekzijden) niet meetellen, daarentegen wel, die aldaar de binnen- (achter-) zijde het eerst treffen; overigens komen alleen de treffers in de voorzijde der schijven in aanmerking. (1) De voor- (front-) schijven worden gesteld in één rij met een tus- schenruimte van 2.8 M.voor deze en de achterschijven kan men driemansschijven N°. 1 gebruiken door op 3 dM. van een der buiten zijden een streep te trekken. Iedere sectie wordt dus voorgesteld door twee schijven van 1.2 M. en zes groepsschijveu van 4 M. breedte zeker geen gering aantal, doch ik geloof niet, dat men met minder schijven kan volstaan. Dat men door iedere sectie voor te stellen door slechts twee schijven (in het gekozen voorbeeld één van 1.2 M. breed en 1.1 M. (1) Wanneer een kogel den achterkant van de aobjjf treft ia aan den voorkant het papier naar buiten uitgescheurd en komt het doek door het gat heen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 430