426 oen meerdere, dien hij op het oogenblik niet kan bereiken, al wordt hem ook het wapen door de omstanders afgenomen. Een begin van uitvoering van kwetsing of doodslag of moord is niet noodig. Maar een soldaat (blz. 50 regel 1 v.o.), die in de onmiddellijke nabijheid van zijnen meerdere vloekende het geweer trekt, alsof hij dezen te lijf wil, doch onmiddellijk gepakt en ontwapend wordt, zou wegens poging tot moord (stel, dat deze bewezen ware) gestraft kun nen worden met twintig jaren tuchthuisstraf, en is volgens art. 100, (waarbij de poging tot moord niet bewezen behoeft te worden, wèl, dat hij het geweer getrokken heeft togen zijn meerdere) strafbaar met den dood middels den kogel. De laatste strafbepaling, als de zwaardere, verdient de voorkeur. Hoe de schrijver het dreigen met een geweer zonder verdere bij bedoeling, poging tot feitelijke insubordinatie kan noemen is mij een raadsel(d). Dat men bij een onderzoek consciëntieus moet te werk gaan (blz. 51 legel 8 v.b.) spreekt van zelvedat de getuigen, die een schuldige vast hielden soms nauwkeurig moeten opgeven of beklaagdes arm zich in de richting van den meerdere bewoog, kan noodig zijn; doch niet, om uit te maken of hier poging tot feitelijke insubordinatie bestaat, maar wel om te kunnen weten of het geweer wel getrokken was tegen den meerdere en niet tegen eenig ander persoon. Is dat wel geschied, dan bestaat reeds feitelijke iusubordioatie, de insubordinatie van art. 100. M ederom is het mogelijk, dat ik den schrijver verkeerd begrepen hebdat het zijne bedoeling is geweest eene andere opvatting dan de gewone, dan de natuurlijke, algemeenen ingang te doen vinden. Maar dan zal iedereen mjj toestemmeu, dat de vorm, waarin de schrijver zijne beschouwingen gegoten heeft, dit niet zoude doen ver moeden, doch eerder zou doen denken, dat de schrijver bedoeld heeft eene toelichting te geven aan leeken, eene toelichting, die aan des kundigen leeds bekend was. In allen gevalle vind ik zijne meening onnatuurlijk en onaannemelijk. Moerid. a. dat een fuselier, die zijn korpscommandant doodschietuit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 437