434 commandanten vermeenden, juist omdat dat model te Harderwijk nog verkrijgbaar is, dat het goed is, en dienden het ingevuld in en het werd alsdan door den commandant van het Suppletiedepot aange nomen, maar model 4 (voorbeeld) Gids, werd geacht het goede te zijn, juist ook omdat daar alles per dag in vermeld is. Model 4 blz. 252 is gelijkluidend met model 5 blz. 44 Gids; model 5 idem met model 9 Gids; 6 7 id.; 7 8 id.; hierbij wordt opgemerkt, dat die staat bij het Suppletiedepot niet in triplo, maar in duplo moest worden ingediend; model 8 is gelijkluidend met model 2 Gids; 8a 13 id.; 9 blz. 258 moet zijn zooals model 3 Gids blz. 38, een der gelijk gedrukt model 3 ontvangt men te Harderwijk van het De partement van Koloniën tegelijk met model 4 omtrent overlijden. Met de indiening van de modellen A, B en C had men vroeger, toen het Suppletiedepot nog bestond, niets te maken, daar de inlevering van wapens, overcomplete kwartiermutsen, hand- en voetboeien, nummers, verfdoos, administratiekist en broodzakken door bemiddeling en zorg van den korpscommandant (commandant van het Suppletie depot) geschiedde, ook het opmaken van model C geschiedde door de zorg van den korpscommandant, alleen werd die staat na de uitbetaling van de soldij door den detachementscommandant en medegeleiders geteekend. Alleen zou dus model D blz. 262 in de Gids ontbreken en zouden de staat van hen die gediend hebben, model 10 Gids blz. 49, het Rapport zie model 11 Gids blz. 50 en 51 en de natiestaat model 12 Gids blz. 52 vervallen zijn. Met uitzondering echter van enkele bij eene tweede uitgave te redresseeren fouten en de paar staten die zouden ontbreken, vermeen ik, dat de Gids voldoende wenken bevat voor elk detachements commandant en dat aan de indiening van zijn bescheiden niet veel zal ontbreken, tenzij elk commandant vau het Subsistentenkader, die, wat modellen enz. betreft, naar willekeur kan wijzigen. Volgens een bevoegd beoordeelaar, een oud commandant van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 445