437
zich de hand van den ruiter bevindt, immers van overwegenden in
vloed op de plaats waar zich de hals buigt.
Bij het oprichten van het middenste derde <jedeelte van den hals
en het ineenschuiven er van, werken eindelijk talrijke strekkers.
Natuurlijk wordt het middenste derde gedeelte van den hals hoofdzakelijk
gedragen van uit schoft en rug. Zijdelings van de schoft, in een smalle
strook omhoog stijgende langs den nekband, ligt de voorste nelcband-
schouderspier.
Zij ontspriugt op de hoogte van den tweeden halswervel en eindigt
aan den halshoek van den schouder. Verder zijn er drie sterke
spieren welke gezamenlijk het midden van den hals oprichten en
inéénschuiven, te wetende voorste takken van het halsgedeelte van
de lange rugspierde miltvormige spier en de groote doorvlochten
spier, terwijl de ribben-halsspier zuiver dezelfde werking heeft, maar
veel zwakker is.
Het is duidelijk dat wanneer takken van een spier eigen bevesti
gingspunten hebben, zij ook een eigen werking bezitten, welke afwijkt
van die der geheele spiermassa te zamen. Terwijl het halsgedeelte
van de lange rugspier nu den oorsprong van den hals fixeert, geeft
het takken af aan den derden en vierden halswervel, die de bovenste
helft van den hals oprichten.
De groote doorvlochten spier ligt onmiddellijk op de platen van
den nekband en ontspringt aan de eerste zeven rugwervels om zich
te bevestigen aan de laatste zes halswervels; een tak wordt afgege
ven aan het kruinbeen.
De miltvormige is een groote, platte, driehoekige spier welke,
op zijde van den hals gelegen, de vorige bedekt en op haar beurt
bedekt wordt door de voorste en achterste nekbandschouderspier.
Zjj ontspringt op de schoft met een breede pees en bevestigt zich
aan den vijfden, vierden en derden halswervel met peestakken. De
ribben-halsspier ligt onder de armwerveltepelspier, ontspringt met
twee takken aan de eerste rib en eindigt met takken aan den
zesden, vijfden en vierden halswervel. Eindelijk moet vermeld wor
den de machiigste spier aan den hals, de arm wervel-tepel spier.
Het is de gemeenschappelijke spier van opperarm, hals en hoofd;
zij is zoo algemeen voor den geheelen hals werkzaam en zoo