- 444
wijze te zondigen, vooral wanneer men niet gecorrigeerd wordt; er
om deukende ziet men fouten in dit opzicht bij een ander vrij gemak
kelijk, bij zich zelf niet licht. Ik doel hier nu niet op de fabel van
den splinter en den balk, maar ik meen het in ernst dat men, geheel
to goeder trouw, bij zich zelf van een asymmetrischen zit, van een
ongelijk sterke teugelwerking onkundig kan blijven. Zeer veel ruiters
njden met eenigszins ongelijk lange beugels; het spreekt van zelf
dat het nommer van het gat in den riem al bitter weinig zegt, want
aangenomen dat aanvankelijk op de hoogte der gelijke nommers de
riemen volkomen even lang waren, dan is niet weg te cijferen dat
ledei in hooge mate aan rekken en krimpen onderhevig is. Boven
dien kan men met volkomen gelijk lange beugelriemen toch nog heel
goed naar rechts of links over zitten. Dikwijls ook houdt men den
eenen schouder meer naar voren dan den anderensoms ook is het
alleen de eene hand die wat vooruit wordt gestoken Al dielouten
oefenen natuurlijk invloed uit op de symmetrie der inwerking op
het paard; het is nog veel sterker zelfs, het is haast ondoenlijk
het hoofd maar een weinig te verdraaien zonder dat de vuisten (dus
de teugels) armen, schouders, heupen er door worden geïnfluenceerd.
Nu spreek ik nog niet eens van de groote fouten welke men zoo
dikwijls bij paarden die afgericht zijn of afgericht heeten, ziet begaan,
n. m. liet noodeloos rijden met één hand. Waarlijk, dat moest men tot
het noodige bepalen. Degenen, die met één hand rijdende, volkomen
symmetrisch zitten, kan men met een lantaren zoeken. En eindelijk
worden de meeste paarden volstrekt uiet evenveel op de rechter-als
linkerhand gereden, wordt niet evenveel rechts als links gegalop
peerd. Dat laatste doelt echter bepaaldelijk op paarden, die niet
meer in dressuur zijn, want fouten in dit (1) opzicht tijdens de af
richting zullen wel zelden voorkomen.
Wanneer ik ondervind of hoor of zie dat een paard rechts of
links dwang heeft, kijk ik dadelijk naar het achterbeen van die zijde.
(1) Men houie wat den galop betreft in het oog, dat de natuurlijke galop de gemakke
lijkste voor het paard is met verkeerde hoofd- en halsstelling dus bij rechtsche galop
hoofd en hals naar links gebracht en omgekeerd. Daarom zij men aanvankelijk niet
te veeleisehend om het paard in dezen gang te doen zien naar den kant waar het
heen gaat, want het moet dit leeren.