want hetgeen gij van hem verlangt, het overgaan tot sneller gang,
het zich verzamelen op de achterhand, de goede stelling bij zijgangen,
de juist uitgevoerde wendingen, zal het zonder groote inspanning
voor zich zelf, zonder onaangenamen dwang in zijn organen vol
brengen daardoor loopt men ook minder gevaar dat het tijdens de
dressuur zal lijden in de beenen, waarvoor bij paarden met moeie-
lijken hals veel gevaar bestaat; eenmaal afgericht zijnde zal dit
paard door een grooter getal ruiters goed gereden kunnen worden,
ook alweer omdat hetgeen men van hem eischt gemakkelijk is te
volbrengen, wijl bij alle diensten de beweeglijkheid van hoofd en
hals het zwaartepunt vlug en ver kan doen verleggen en er zijn
geen beter, geen juister hulpen dan gewichtshulpen, als hoedanig
men de verplaatsing van hoofd en hals moet beschouwen, want
tegen gewichtshulpen valt niet te redeneeren, zij vorderen gehoor om
de meest natuurlijke van alle redenen, om der wille van de zwaar
tekracht. Een paard met langen hals zal, afgericht zijnde, op uw
hulpen in een oogwenk van stap in vlotten galop, van galop in draf
overgaan, plotseling vertrekken en even spoedig halt houden, het
zal gemakkelijk en goed springen, ge zult er zonder bezwaar in een
beperkte ruimte korte wendingen mede maken, het is van huis uit
gebouwd voor snelheid en door de africhting zal men er gebruiks-
paard van maken zonder het behoud van die snelheid ernstig te
bedreigen. Is zulk een paard een goed rijpaard?
Het is duidelijk dat een lange hals „les défauts de ses qualités"
heeft. Lang zijnde, is de hals noodwendig zeer beweeglijk, want in
den regel is hij licht voor zijn lengte en bij een verkeerde behan
deling bestaat dus hier meer gevaar voor valsche bochten, voor asym
metrie, voor te hoog of te laag loopen dan bij een korteren hals,
maar moet ik daarom een hals wraken met inferieure gegevens tot
bereiking van het voortreffelijke? Dat zou gelijk staan met het wra
ken van vuurwapens, stoomwerktuigen, electriciteit, omdat er wel
eens ongelukken mêe gebeuren
Gaan wij na hoe verschillende schrijvers over de lengte van den
hals hebben gedacht. De eerste, die over proporties schreef, was
Bourgelat, maar reeds lang is men het er over eens dat zijn model-
paard een onding is, Zijn maat voor den hals was de lengte van
Dl. II, 1893. 29