452
betrokken, wil ik hier meêdeelen, dat trainers het gevoel van hardheid
en droogte van den hals bij het betasten geregeld als maatstaf nemen
voor de conditie waarin paarden in training verkeeren.
Op de richting van de lengteas van den hals, welke aanleiding geeft
tot de verschillende halsvormen, als: hertenhals, rechte hals, zwa
nenhals met de ingrijpende gevolgen van dien voor de dressuur, kom
ik hier niet verder terug, omdat dit onderwerp genoegzaam is besproken
bij de anatomie (lijn der halswervels). Alleen wil ik ter loops opmerken,
dat men door minder ontwikkelde ruiters vaak een schromelijk mis
bruik ziet maken van den martingal bij paarden, welke of werkelijk
den neus in den wind steken of dit alléén bij hen doen. De ver
onderstelling, dat men een paard, hetwelk zoo loopt, slechts een spring-
teugel behoeft aan te doen om het te verbeteren, is waarlijk al te
naïef en men behoeft zijn oogen dan ook maar den kost te geven,
om te zien dat het resultaat juist het tegenovergestelde is van wat
men er mede beoogt; de paarden leggen zich met een flink naar voren
uitgebogen hals en horizontalen neus dood op het bit, vermoorden
door die hooge hoofdstelling hun rug en loopen van achteren met zeer
kleine passen. Zij agiteeren zich zelf steeds meer en dit doet het
oorspronkelijke euvel slechts verergeren, want bij menig paard, dat
door de bank een behoorlijke hoofd- en halsstelling vertoont, ziet men
slechts een verkeerden hals als het zich opwindt. Een laag gehouden,
zeer zachte en rustige hand, een rustige zit en groote kalmte bij den
ruiter zijn zonder martingal als regel toereikend om het beoogde doel
te verkrijgen, tenzij een zóó ongunstige bouw bestaat, dat het paard
qua rijpaard geheel ongeschikt is, maar dan baat waarlijk het besproken
en zoo vaak misbruikte hulpmiddel niet. Een martingal ziet men
zeer zelden bij ruiters die een gegronde reputatie hebben. Een be
kend instructeur in Nederland getuigde er van een martingal is alleen
te verdedigen in de hand van een voortreffelijk, zeer ervaren ruiter
en die heeft hem in den regel niet noodig.
Het is vreemd dat dit gevaarlijke instrument, hetwelk men o.a. ook
in burgermaneges bij zondagsruiters aanbidt, zich in zulk een popu
lariteit verheugt.
Er bestaat toch een springteugel die veel zachter werkt, daardoor
veel onschuldiger is, dus past in de hand van veel meer ruiters en