457 Tot dwangarbeid veroordeelden, ziet men overal en altijd gebrui ken als huisbediende, tuinman, palfrenier, kindermeid e. d., terwijl men den soldaat in en buiten de kazerne het werk van koelie wil laten verrichten, om een armzalige som uit te winnen. Armzalig in vergelijking van het totaal, wat elders op heel wat betere gronden zou kunnen worden bezuinigd. Dit is minstens zonderling. Mogen de pogingen, die zonder twijfel door het legerbestuur zullen worden aangewend om ook die bezoeking te bezweren, met goeden uitslag bekroond worden. Jhr. H. A. A. Meijer. PadangSeptember 1893 Kap. der Infie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 468