460 -
De eerste vraag, die een troepenaanvoerder zich dan ook moet
stellen, is: „hoe kan ik er komen?" de tweede vraag: „op welke
manier lijd ik waarschijnlijk de minste verliezen?"
De beantwoording dezer beide vragen is beslissend voor al het
overige; zij omvat in zich het plan voor het gevecht.
De beantwoording dezer vragen en dus ook het gevechtsplan berust
echter op meerdere en andere gronden dan ons voorschrift opnoemt,
en wel
le. op de ontvangen opdracht;
2e. op de appreciatie van de door verschillende middelen (waar
onder de verkenning) bekomen berichten aangaande het aanval
lend of verdedigend vermogen des vijands en de meer of minder
gunstige gesteldheid van het terrein;
3C. op de appreciatie der eigen krachten.
Het komt mij toch voor dat „kennis" van het terrein, die ons
voorschrift verlangt, eerst tegen den afloop van een gevecht, „kennis"
van den vijand bijna nimmer is te krijgen, en dat men zeer blijde
mag wezen, als men vóór den aanvang van een gevecht van het
terrein vrij goed op de hoogte is gekomen en aangaande den vijand
vrij nauwkeurige berichten heeft ontvangen.
Op de schatting der waarde van de berichten der verkennende
personen, in verband met de gegevens der kaart en zooveel mogelijk
eigen aanschouwing, baseert zich dan het denkbeeld, dat de troepen
aanvoerder zich van den vijand en diens aanvallend of verdedigend
vermogen, van het terrein en de geaardheid daarvan voor aanval of
verdediging vormt.
Dit denkbeeld, vergeleken met de waarde, die zijn eigen troep vol
gens zijne meening heeft, brengt hem tot het besluit óf om den vijand
aan te vallen, óf om zich te verdedigen, óf om het gevecht te ontwijken.
Dat de onder 3e genoemde factor van de appreciatie der eigen
krachten in het voorschrift niet wordt genoemd, kan zijn reden daarin
hebben, dat die factor onmiddellijk voor de hand ligt.
Edoch, overschatting of geringschatting van eigen krachten kan
even nadeelige gevolgen hebben als onvoldoende kennis van de sterkte
enz. des vijands en den toestaud van het terrein, dat hem beschermt.
Mij komt de opname van punt 3 daarom nog niet zoo overbodig