86 Een bewijs van gebrekkig rechtsbegrip is de opinie van sommige officieren, dat zij in gevallen van insubordinatie zwaar moeten straffen in „het belang der discipline". Deze wijze van haudelen is geheel in strijd met de verplichtingen als rechter. De door president en leden af te leggen eed bewijst dit duidelijk. Deze toch luidt: „Ik beloof en zweer dat ik mijn post als lid (president) van den krijgs daad ter goeder trouw met alle vlijt en naarstigheid zal waarnemen enz. „zonder mij daarvan te laten aftrekken door eenige beweegreden lioege- naamd dat wil dus zeggendat alleen het gepleegde misdrijf in beschou wing behoort te worden genomen, dat ook de belangen van den beklaagde dienen behartigd te worden en dat alles, wat op wettige wijze ter zijner verschooning kan dienen, in aanmerking moet geno men worden. Ook de omstandigheid dat de militaire misdrijven door een elftal rechtbanken berecht worden, heeft invloed op de sententiën van het H. M. G.want wanneer deze rechtbanken, zooals natuurlijk te ver wachten is, verschillend over eenzelfde zaak oordeelen, is het Hof verplicht daarin eenvormigheid te brengen. Vooral bij insubordinatie komt dit dikwijls voor, omdat de omstandigheden waaronder dit mis drijf plaats heeft, soms weinig van elkander verschillen en men dus, om niet met verschillende maten te meten, het grootste aantal der vonnissen moet wijzigen. Bovendien ontstaan verschillen van meening tusschen het Hof en den krijgsraad zeer dikwijls, doordat het gerechtelijk onderzoek slecht gehouden is. Als men nagaat dat op buitenposten dikwijls een pas benoemd officier van gezondheid met twee onderofficieren in commissie wordt benoemd, behoeft men niet verder te redeneeren. Wel kunnen zoowel de militaire commandant als later de auditeur militair dit onderzoek laten vervolledigen, maar dit is half werk. Een onderzoek lean niet op een afstand geleid worden. Houding van beklaagde en getuigen, het verschil tusschen overtui gende of aarzelende antwoorden, enz, zijn vaak van groot belang en het is de taak der commissie dit behoorlijk te doen uitkomen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 47