494
bij Bo-re woe bad geconcentreerd en het terrein tusschen Wai-mokeh,
Wawa en Do hierdoor veilig was.
Later werd hare sterkte op 10 tot 15 bajonetten gebracht en nog
later, na de overvallingen van 6 en 22 Augustus en nadat de bivouaks
waren versterkt, tot minstens 25 man opgevoerd, doch dit getal kon
ten gevolge van ziekte of andere omstandigheden dikwijls niet bereikt
worden, tenzij men de manschappen, die den vorigen dag voor trans
portdienst waren uitgerukt, weder hiervoor bestemde. Aangezien er
geregeld 100 tot 150 bevrachte koelies op en af gingen en het zeer
moeilijk was dezen grooten trein naar behooren te beschermen, werden
de hieraan toegevoegde escorten als volgt ingedeeld: bij een escorte
van 20 tot 25 bajonetten
8 man voorhoede, 8 man achterhoede en 4 man middentroep,
of 10 man voorhoede, 10 man achterhoede en 5 man middentroep.
De middentroep, die zich ongeyeer in het midden van den trein
ophield, was bestemd om het verband te bewaren en de koelies, die
onder toezicht van hunne mandoers liepen, te doen opsluiten. Uit het
bovenstaande ziet men, dat de omstandigheden dikwijls niet toelaten
de voorgeschreven regels toe te passen, ja, deze soms ten eenenmale
onuitvoerbaar zijn. Een konvooi toch van zulk een omvang als boven
omschreven, dient minstens door eene compagnie te worden begeleid.
De transportdienst op Zuid-Flores.
Bij den aanvang der expeditie waren bij de colonne 300 dwangar
beiders voor den transportdienst ingedeeld.
Onmiddellijk na de aankomst op Plores bleek het, dat dit aantal
niet voldoende was voor de te verrichten werkzaamheden in het
moeielijke terrein en werd dientengevolge vermeerdering van 100
dwangarbeiders gevraagd en verkregen. Later bij de aankomst van
de 2e colonne was de sterkte tot 700 man aangegroeid.
Na het vestigen der verschillende étapes en vóór de aankomst der
2" colonne, moesten dagelijks of om den anderen dag transporten
worden geloopen, ten einde vivres, bouwmaterialen als anderszins op
te voeren.
Do regeling van den transportdienst was toen als volgt: