39 gegeven order niet op te volgen of' hein in tegenwoordigheid van meerderen uit te schelden. Bovendien wordt de doodstraf, ingevolge het artikel zelf, toch na genoeg nooit toegepast, omdat de wetgever blijkbaar zelf eenigszins verschrikt over zijn eigen gestrengheid, aan het slot een voor schrift heeft bijgevoegd, dat deze geheele gestrengheid illusoir maakt. Men vindt daar namelijk de merkwaardige zinsnede: „ten ware mitigeerende omstandigheden aanwezig en bewezen waren, „in welk geval de rechter den schuldige eene mindere straf zal mogen „opleggen." Het hierin bepaalde toch wordt bij d.e art. 53 en 54 van het C. W. voor alle misdrijven voorgeschreven en wanneer dit dus hier nog eens afzonderlijk wordt gereleveerd, kan het niets anders beteekenen dan dat men, om zoo te zeggen, met een lantaarntje moet zoeken om ver zachtende omstandigheden te vinden en daar dit zoeken gewoonlijk met succes bekroond wordt, zal de doodstraf niet dan hoogst zelden toegepast worden. De soldaat, die, zooals hierboven werd veronder steld, insubordinatie tegen een korporaal pleegde, zoude o. a. niet tor dood veroordeeld worden, omdat het gebeurde buiten dienst plaats vond, maar waarom dan niet liever op dit misdrijf eene afzonderlijke straf gesteld? Mr. M. S. Pols zegt omtrent art. 100: „Bij schuldigverklaring van art. 100 zal de onderofficier of soldaat „met. den dood gestraft worden, ten ware mitigeerende omstandigheden „aanwezig en bewezen waren, in welk geval de rechter den schuldige „eene mindere straf zal mogen opleggen. Deze strafbepaling verdient „afkeuring. Wel is waar is zij zachter dan in de vroegere Fransche „wetten en het Reglement van 1799, vermits zij aan het slot eenige verzach- „ting toelaat; maar het stellen van de doodstraf als normale straf „op elke daad van verzet of geweld, hoe gering ook, is eene over drijving, door geen belang der krijgstucht gerechtvaardigd of gevorderd. „De nieuwe Fransche wet, hoewel naar mijne meening ook te streng, „onderscheidt althans of de feitelijkheden met voorbedachten rade of „geleider lage, onder de wapenen, in dienst of bij gelegenheid van den „dienst of wel buiten dienst hebben plaats gehad. De wetgever is dan „ook blijkbaar voor zijne eigene gestrengheid teruggedeinsd. Wat toch „beduidt de slotbepaling? Dat de rechter, ingeval verzachtende omstan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 50