502
weinig beoefeud en ia zij slechts het bedrijf van de meer aan het
strand gelegen kampongs met name Toau, Roetoe, Pali, Watoe-djéré
en Ngali, die ook in het bezit zijn van prauwen (béros en radjos)
en vischtuig. (Djalas of werpnetten en vischlijnen).
Andere wijzen van vischvangst, zooals door middel van boeboes,
vischkorven, of het maken van séros, schijnen hier onbekend te zijn,
alhoewel de kust en het geleidelijk afloopen van het strand zich uit
stekend daartoe leenen.
Door de Boegineezen en Soloreezen wordt in de baai dikwijls
jacht gemaakt op schildpadden en naar tripang gevischt.
Handel.
De handel bestaat hoofdzakelijk in ruil van 's lands producten, als
padi, djagong, katjang etc. tegen parangs, lijnwaden, koperdraad,
koralen en andere artikelen.
Deze ruilhandel geschiedt met Endehneezen, die nu en dan met
hunne vaartuigen de Aimereh baai bezoeken of anders langs de be
staande wegen in het binnenland komen.
Clandestien wordt handel gedreven in vuurwapenen, kruit en lood.
Hiervan worden de Endehneezen en Boegineezen beschuldigd, want
hoe verklaart men anders de aanwezigheid van vuurwapenen in het
binnenland.
Scheepvaart.
De communicatiemiddelen ter zee voor de meer aan het strand ge
legen kampongs bestaan in béros of radjos, zijnde uitgeholde boom
stammen, enkele van vlerken voorzien en door de bevolking zelve
vervaardigd.
Bedrijvennijverheid en volksvlijt.
Volgens juiste berichten wordt alleen in de kampongs Bobo-oe en
Bedjo aan eenig smidswerk gedaan en vindt men daar twee sme
derijen, waar klewangs, parangs en lanspunten worden vervaardigd.
In de kampong Wea-kolo heeft men eene goudsmederij, waar arm
banden en halskettingen gemaakt worden.
Het timmerwerk bepaalt zich tot huizenbouw en het maken van
prauwen. Het hiertoe benoodigde hout wordt uit de dichte bosschen
van den GL Wolo- mérèh gehaald, door de kampongs Tjang-laka,
Waroe-neroe, Bopoma, Waroe-woko tot planken verwerkt en van sierlijk