RÜSLAN1) EN ENDELAND BIJ EEN RUSS1SCHEN AANTAL OP BRITSCH-INDIE. (Vervolg van blz. 375). Gaan wij nu na over welke marschlijnen Rusland kan beschikken, om van uit Herat tot den aanval op Indië overtegaan. Deze zijn in het Noorden de wegen die over Kabul naar Peschawar voerenin het Zuiden de route van Kandahar naar Pischin en Quetta. De Noordelijke marschliju is circa 115 Duitsche mijlen (hemels breedte) lang; zij voert door het vruchtbare dal van den Heri-Rud over de 3000 M. hooge passen van het woeste Hasareh-gebergte en vervolgens door het circa 2000 M. hooge Kabuldal. Deze weg werd tot nu toe slechts door Aziatische legers gebruikt, maar met zeker heid kan aangenomen worden, dat hij voor voertuigen en dus ook, hoewel moeielijk, voor geschut begaanbaar is. Gelet op deze bergachtige gesteldheid, zullen voor het afleggen van dezen weg 2| a 3 maanden noodig zijn, vooral wanneer men hierbij rekent op de vele bagage, die door een Russisch leger moet worden mee genomen, want hoewel voldoende fourage opleverende, zal de door te trekken landstreek geenszins in de behoorlijke verpleging der troepen kunnen voorzien (voor het transport rekent men 1 kameel voor elke 3 man.) De kortere (90 mijlen) en gemakkelijke weg van Herat over Kandahar naar Indië, is in 1^ maand afteleggen. Maar terwijl een langs den Noordelijken weg voorwaartsrukkend leger, wanneer het een maal Kabul heeft bereikt, de hoofdhinderpalen achter den rug heeft, ondervindt daarentegen eene langs de Zuidelijke route opruk kende afdeeling bij Kandahar de grootste moeielijkheden, daar in deze landstreek vele gebergten zijn overtetrekken. Het van nature reeds zeer sterke bergterrein ten Oosten van Kan dahar wordt door de hier aangelegde sperforten en de in tweede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 526