526
Sikh-, Belutschen- en zeer zeker de Goorkhabataljons verreweg
in de meerderheid. Ook de Poorbiahbataljons en over het algemeen
de infanterieregimenten uit de vlakte van Bombay mits behoorlijk
versterkt met Britsche elementen zijn in dezen strijd van dezelfde
waarde. Ook is het bekend, dat het leger van Madras, in vereeni-
ging met een voldoend aantal Britsche troepen, zeer goed te ge
bruiken is als politie tot het tegengaan van woelingen en het in
toom houden van de troepenafdeelingen der Indische staten.
Doch heeft Engeland hier te doen met Russische troepen, die het
vroeg of laat in Afghanistan zal moeten bestrijden, of wel met
Fransche afdeelingen, die eenmaal ia Birma als tegenstanders zullen
optreden, dan is men zelfs in Britsch-Indische kringen van een
geheel ander gevoelen.
De organisatie van het Inlandsche leger in Britsch-Indië is zoo
danig, dat de Europeesche tactiek er niet op toegepast kan worden.
Volgens het oordeel van velen is dan ook, tengevolge van het
gering aantal Eugelsche onderbevelhebbers en de minder goede op
leiding der Inlandsche officieren, dit leger volkomen ongeschikt om
tegenover een beschaafden vijand optetreden. Wel vindt men in het
Russische leger enkele Aziatische regimenten, wier bevelhebbers op
vrijwel dezelfde hoogte staan als de Inlandsche officieren der In
dische armee, en ook de Anamitische tirailleurs en andere Inland
sche troepen in Cochin-China beteekenen wel is waar niet veel,
doch Engeland kan er op rekenen, dat deze afdeelingen gevolgd
zullen worden door sterke legermassa's van dezelfde waarde als die,
welke het bij Inkerman of Waterloo ontmoette.
Aan cavalerie bezit Engeland, wel is waar, 25 Inlandsche cava
lerieregimenten, die beter zijn dan de Kozakken en van gelijke waarde
als de Eransche dragonders, maar tevens zijn er in Engelsch-Indië
15 a 16 regimenten, die geheel onbruikbaar zijn. Evenzoo weet
men, dat de 60 bataljons infanterie, die naar de grenzen kunnen
gezonden worden, ter nauwernood in staat zullen zijn een gelijk
aantal Russische of Fransche troepen tegen te houden De tegen
woordige inrichting van het Britsch-Indische Leger heeft dan ook
vele tegenstanders, hoofdzakelijk onder de beroepsofficieren. De In
landsche regimenten cavalerie tellen slechts 9 officieren, terwijl een