530 - De geheele behandeling moest dus tot den eenvoudigst mogelijken vorm worden teruggebracht. Dat ook het Departement van Oorlog dat ingezien heeft, blijkt o. a. uit het vervallen der staten, model 10, 11 en 12 uit de „Gids". Dat de modellen in mijne „Wenken" grootendeels overeenkomen met die uit de „Gids" van den Heer C., is niet zoo vreemd, daar wij beiden toch uit dezelfde bron hebben geput. Intusschen ben ik den Heer C. dankbaar voor de samenstelling van de „Gids", daar toch in den laatsten tijd H.H. detachements commandanten hunne stukken merkwaardig compleet indienen, natuur lijk voorzoover zij in de „Gids" voorkomep. Merkwaardig is het ook, dat daarbij bijna altijd wordt aangetroffen model N°. 1 uit de „Wenken", gedrukt en wel, in welk model ik intus schen niets kan ontdekken dat betrekking zoude hebben op een reis per zeilschip, zooals de Heer C in de laatste alinea van blz. 433 zegt. Juist het feit, dat de detachementscommandanten bijna altijd model 1 en 3 gedrukt medebrengen, heeft mij doen besluiten die modellen aantegeven. Het bewijst, dat zij die gedrukt kunnen verkrijgen, waarom, zoo vraag ik, hun die gelegenheid benomen Wat hindert het of er eenige rubrieken in model 3 niet ingevuld worden, nu er geen azijn, wijn, augurkjes en zeen meer door het detachement worden medegenomen, als men door een paar cijfers in de overige rubrieken te plaatsen het journaal verduidelijken en schrij verij uitwinnen kan. Overigens heb ik dat model slechts aanbevolen, zie blz. 243, 3. Journaal. Wat het in triplo opmaken van model 7 aangaat, verwijs ik den Heer C. naar art. 3 punt 1 van de iustructie, welke ik op blz. 239 noemde onder b. Ik hoop met het bovenstaande aangetoond te hebben, dat het niet in mijne bedoeling heeft gelegen de waarde van des Heeren C.'s werk te verminderen, veel minder het aftebreken. Heeft de Heer C. mij willen doen inzien, dat ik onnoodig werk heb verricht, dan is hem dat niet gelukt. Ik hoop dat ik hem heb overtuigd van het tegendeel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 541