549 \a jaar -f- 6 maaudeu ou meer rekent voor a -f- 1 jaar; a jaar -j- 1 tot 6 maanden rekent voor a jaar.] Bij toetreding tot het lidmaat schap deelt het nieuwe lid tevens aan het Bestuur inede, welke wijze van betaling verkozen wordt. Geschiedt daaromtrent geener lei mededeeling, dan wordt stil zwijgend aangenomen, dat de betaling gedurende 20 jaar zal geschieden. Het bedrag, dat maandelijks na aftrek van de te doene uit- keeringen overblijft, wordt door den Raad van Beheer op de in artikel 5 aangegeven wijze be legd. Eveneens de rente van het reeds aanwezige kapitaal [behal ve dat bedoeld in artikel 15]; tot tijd en wijle deze benoodigd zullen zijn voor het doen der uit- keeringen en het bestrijden der kosten van administratie. voor gepensionneerdeu is dan ook noodig noch gewenscht en zou bovendien geheel met don grondslag der levensverzekering in strijd zijn. Artikel 17. Te wijzigen als volgt De in artikel 16 voorgeschre ven contributieregeling treedt op 1 Januari 1895 in werking. Tot dat tijdstip blijft de in 1891 vastgestelde regeling van kracht. Het vroeger artikel 17 ver valt als overbodig. Nevenstaand artikel 17 geeft de overgangsbepalingen aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 560