- 557 Uit den aard der zaak kon in de algemeene vergadering geene beslissing worden genomen Niet alleen was de opkomst schraal, maar ook de vele leden, die niet aanwezig konden zijn, moesten in de gelegenheid worden gesteld, om over zulke belangrijke geschil punten hunne stem uit te brengen. Oak was het voor hen, die niet vooraf van de zaak eene studie hadden gemaakt, niet mogelijk, zich in de algemeene vergadering een volledig en juist oordeel daaromtrent te vestigen. Om die redenen werd dan ook besloten, dat de aanwezige leden eene commissie zouden kiezen, die zich zou hebben te belasten met het aangeven van de wegen, waarlangs de vereeniging in het bezit zoude kunnen komen van eene betere inrichting harer statuten. Hunne voorstellen zouden ter beslissing aan alle leden worden aan geboden. Die commissie werd samengesteld uit vijf leden, onder wie voor- en tegenstanders van kapitaalvorming; ook ondergetee- kende, tegenstander, verkreeg daarin zitting Op de eerste bijeenkomst van de commissieleden werden drie voorstellen overgelegd; een van twee leden, waarin kapitaalvorming het leidend beginsel is, en twee slechts tot wijziging van de bestaande contributieregeling, het eene met vaststelling van de contributiën naar den leeftijdhet andere, van ondergeteekende, naar vermogen. Toen de beide laatstbedoelde voorstellen ter sprake kwamen, werd door een der leden opgemerkt, dat de opdracht van de commissie slechts was het indienen van twee voorstellen, het eene met, het andere zonder kapitaalvorming. Dientengevolge werden de begin selen „bepaling van de contributiebedragen naai' den leeftijd'1'1 en vermogenin de voorstellen zonder kapitaalvorming in stem ming gebrachthet eerste verwierf de meerderheid, hetgeen te voorzien was bij de aanwezigheid van twee leden, die als voorstellers van kapi taalvorming of liever van eene inrichting onzer vereeniging op den voet eener gewone levensverzekeringmaatschappij van zelf ook voorstanders waren van eene contributieregeling naar den leeftijd. Niettemin besloot de commissie, om ook het voorstel met eene regeling naar vermogen het bestuur der vereeniging aan te bieden, opdat den leden de gelegenheid kon worden gegeven, de zaak zoo volledig mogelijk te beoordeelen. Het bestuur dacht er evenwel anders over; het voorstel werd, als in de commissie afgestemd zijnde, ter zijde gelegd. Dl. II, 1893. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 568