559
Gelijk bekend is, gevoelen officieren ongelukkig veelal neiging om
jong te huwendaarbij is gelukkig, zooals men moraliter thans
zou kunnen zeggen de liefde gewoonlijk alleen aan het woord,
maar het gevolg helaas is, dat het jonge gezin zich meestentijds
in eene moeielijke financieele positie bevindt. Komt zulk een jong
officier onverwacht te overlijden, dan verkeert het nagelaten ge
zin bijna altijd in zorgelijke omstandigheden; er waren geen in
komsten genoeg om voorzorgen te nemen tegen mogelijk ongeval.
De jonge weduwe kan dikwijls zelfs niet de loopende rekeningen afdoen.
Vóór de oprichting onzer vereeniging deed zich dan veelal een goed vriend
van den overledene of kameraad op, om de officieren op te wekken
hetgeen gelukkig niet moeielijk viel door geldelijke bijdragen eenigs-
zins het lot van het arme gezin te verzachten, maar het behoeft
geen betoog, dat de aanwending van zulke middelen voor beide
zijden, gever zoowel als ontvanger, steeds zeer pijnlijk was Om nu
aan dien toestand een einde te maken, werd op het voorbeeld van
het officierscorps in Nederland, onze vereeniging opgericht, alzoo
met het schoone doel om de gezinnen van overleden officieren over
hunne eerste zorgelijke omstandigheden heen te helpen. En dat
dat doel ten volle bereikt is en wordt, zou men kunnen afleiden uit den
bloeienden toestand onzer nog zeer jeugdige vereeniging, ware er
niet een kleine „maar" in het spelhet aantal jonge officieren, die lid zijn,
is te gering. De vereeniging telt niet meer dan 75 2e luitenants
en juist ten behoeve van de jonge officieren, dus in de eerste plaats voor
de 2e luitenants, is zij in het leven geroepen. De contributie, f 25.
'sjaars (de contributie bedraagt voor luitenants f 1.per sterfgeval
en het aantal sterfgevallen bedraagt tegenwoordig ongeveer 25'sjaars)
schijnt over het algemen voor 2" luitenants nog te hoog.
Zal nu het doel onzer vereeniging zoo goed mogelijk bereikt wor
den, dan moet ook liet eenig streven zijn om den iveg tot het lid
maatschap voor jonge officieren zoo veel als kan te effenend.w.z.
de contributie tot een minimum terug te brengen. Anders bereikt de
vereeniging haar doel niet en is zij een onding, dat hoe eer zoo beter
dient vernietigd, want haar werk kan alsdan beter verricht wor
den door eene gewone levensverzekeringmaatschappij, waarmede
eene officiersvereeniging, wat betreft de te behalen voordeelen, uit den