571 eieren van hoogeren rang, die voor het eerst tot de ver- eeniging toetreden na den datum, waarop het nieuwe reglement in werking treedt. Het komt mij voor, dat het niet noodig is verder in details te tredenwijzigingen van ondergeschikten aard kunnen in eene al- gemeene vergadering te Batavia besproken en c.q. aangenomen worden. Tot vergelijking met de contributiebedragen in de andere voor stellen diene de onderstaande opgave, die betrekking heeft op een infanterie-officier in de gelederen. Daarbij is aangenomen, dat de gemiddelde leeftijd van benoeming tot officier 23 jaar is; uit de opgave blijkt hoeveel tijd van verblijf in iederen rang is aangeno men tot 27 jaarniets. Van 27 31 (als 1" luitenant jongste helft) f 0.50 per sterfgeval. 31 31 le oudste n 0.56 37 tot 40 jaar (als kapitein jongste helft) 0.875 40 45 oudste) 1. 45 48 majoor 1-50 52 luitenant-kolonel 1.75 52 54 kolonel 2.37= 54 56 generaal-majoor 3-12= 56 58 luitenant-generaal 5. en verder geP- 1.87= een gepensionneerd 2e luitenant zou per sterfgeval contribueeren f 0.25 kapitein 0.42 maioor 0.58 luit -kolonel 0.73 kolonel 0.94 gen.-majoor „1.25 Ik neem thans de vrijheid den leden der vereeniging, die zich met de algetneene strekking van mijn voorstel kunnen vereenigen, 1) n D V Ti V n 4- GO 11 n V V n 11 D n (a ii V V V V V li n f B n r> v n 0.31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 582