575 -
liet leger, dat den grond dor vad'ron kon ontwringen
Aan vreemde dwinglandij, dat remde d'adelaar
In onbesuisde vaart, en eerbied af moest dwingen
Waar 't roemrijk door zijn vorst geleid werd uit gevaar,
Dat streed bij Quatrebras en Waterloo met eere,
En in den Belgenkamp weer pal stond waar het streed,
Dat leger leeft nog voort in geest, in woord, in leere
In Neêrlands krijgerschaar, gestand aan haren eed.
Dat leger blijft het beeld, met zijn Oranje-vanen,
Van volk en vorstenhuis beproefd in liefd' en min!
Dit beeld ook voegden thans weer nieuw' Oranje-banen,
Nu Neerland is verjongd in Neêrlands Koningin!
Behoef ik na deze bezielende woorden het Indisch leger nog het „Endo
desespereert niet" toe te roepen
Eli» KRIJGSMAKKER.