MÜTATIËN BIJ HET OFFICIEHSKORPS VAN HET NED. INDISCH LEGER GEDURENDE DE MAAND NOVEMBER 1893. BENOEMD. Generale staf. Infanterie. Genie. BEVORDERD. Staf van den Gouverneur-Generaal. Infanterie. Lijf wachten dragonders. GEPLAATST. Infanterie. Tot Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, de lt.-kol. L. Swart. Tot Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, de gen.-maj. J. A. Vetter; tot Ridder der Orde van Oranje-Nassau, de kaps. G. Gr. J. Notten en J. R. Jacobs; tot Ridder der Milit. Willemsorde 4e kl., de le It. J. L. L. M. Wittich; tot instructeur aan de milit. school te Meester-Cornelis, de le It. W. E. A. Burton; tot hulpinstructeur aan de milit. school te Meester-Cornelis, de le lt. J. F. van Resteren. Tot Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, de maj. E. Marcella. Tot luit.-kol., de maj. der genie J. J. Staal. Tot kap., de le It. A. Klontje; tot le lt., de 2e lts. H. C. van der Pant, W. Bekker en Ph. von Mauntz. Tot le lt., de 2e It. W. G. Gout. Bij het 4e bat., de 2e lt. H. Colijn; bij het 8e bat., de 2e lt. C. M. J. van Hoogstraten bij het 10e bat., de le lt. E. K. van der Ven; bij het 16e bat., de kap. C. Brand; bij het 17e bat., de kap. F. P. A. Mollinger;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 610