51 -
poging gestraft worden, omdat het altijd zeer moeielijk zal zijn uitte-
maken of hij zonder dit beetpakken het misdrijf wel voltooid zoude
hebben, m.a w. of hij het geweer tegen zijn meerdere getrokken heeft.
Eerst wanneer het wapen tijdens het afweren of beletten van den
slag in de richting van den meerdere in beweging was en om zoo
te zeggen op het punt was dezen te raken, is de strafbare poging
bewezen.
Bij een onderzoek moet bij dit misdrijf, met het oog op de zware
straf, zeer consciëntieus te werk gegaan worden, want al moge ook
iemand in een opwelling van drift ziju kapmes trekken, dan is dit
volstrekt geen reden, dat hij de daad zoover zoude voeren om den
meerdere werkelijk te treffen. Ik geloof zelfs dat in de meeste
gevallen het bekende „houd mij vast, want ik word kwaad" ten
grondslag ligt. Gewoonlijk zijn evenwel de omstanders zoo vlug met
het aangrijpen en ontwapenen, dat er van toeslaan geen quaestie
kan zijn en alle bewijs voor strafbare poging ontbreekt.
Niet alleen dient dus onderzocht te worden of beklaagde het geweer
getrokken heeft, maar tevens of dit was met het doel den meerdere
bereikt zoude hebben, indien hij niet door omstan
kelijk van zijn wil, in zijn voornemen verhinderd was.
De getuigen, die hem vasthielden, moeten dus zoo nauwkeurig
mogelijk opgeven, wat bij het beletten van den slag of stoot hun
gewaarwording was, of beklaagdes arm zich reeds in de richting van
den meerdere bewoog, of zij kracht moesten aanwenden om den slag
of stoot te beletten, enz. Eerst wanneer volkomen geconstateerd
is dat de daad zonder hunne tusschenkomst haar beslag zoude
gekregen hebben, kan van feitelijke insubordinatie sprake zijn.
Bij confessie van den beklaagde wordt de zaak natuurlijk veel
eenvoudiger.
Poging tot de overige in art. 100 bedoelde misdrijven wordt
gestraft volgens art. 99, terwijl poging tot de misdrijven in laatst
genoemd artikel uit den aard der zaak niet bestaat. Door geweer
moet verstaan worden de den soldaat van rijkswege verstrekte wapenen.
Het schietgeweer, als stootwapen gebruikt, dient alsdan van een bajo
net te zijn voorzien.
daarmede te treffen, terwijl tevens bewezen moet
zijn dat hij dit doel