- 53
de man aan het hoofdeinde het hoofd wat laag, zoodat de bewus-
telooze in groote benauwdheid plotseling om zich heen slaat en trapt.
Wanueer hij nu bij deze beweging den naast hem loopenden korporaal
raakt, zoude deze daardoor dan ook maar in het minst beleedigd
kunnen zijn? En zoude het niet te dwaas zijn, den inan voor deze
geheel onwillekeurige beweging ter dood te veroordeelen F
De ontoerekenbaarheid dient evenwel nauwkeurig geconstateerd
te worden en praatjes van den beklaagde, als zoude hij niet geweten
hebben wat hij deed, niet aangenomen te worden dan wanneer dit
uitdrukkelijk uit andere omstandigheden blijkt.
Hoe het Hof hierover denkt kan uit het volgende voorbeeld
blijken.
Een Europeesch fuselier, reeds in zijn derden term en als een
oppassend flink soldaat bekend, komt beschonken thuis. De sergeant
van de week, die juist bij de poort staat, gelast hem naar bed te
brengen en daar te laten uitslapen. Hieraan wordt voldaan en de
man valt onmiddellijk in zwaren slaap. Na eenigen tijd wordt hij
plotseling wakker, staat op, waggelt naar buiten, gaat naar den
sergeant van de week, die daar stond, toe, en zegt met de hand
dreigende: sergeant, jij bent een hoop strt," waarna hij weder
naar bed gebracht wordt en inslaapt.
De man beweerde den volgenden dag, dat hij niets van het ge
beurde afwist, de sergeant zeide dat hij hiervan volkomen overtuigd
was, want niet alleen stonden 's mans oogen tijdens het voorge
vallene zonder eenige uitdrukking en volkomen wezenloos als die
van een slaapwandelaar, maar bovendien kende hij hem reeds laug,
als iemand die hem nooit een onvertogen woord had toegevoegd en
met wien hij nimmer eenige onaangenaamheden had gehad.
Ook de overige getuigen bevestigden dit, ja zelfs officieren ver
klaarden, dat zij, met het oog op beklaagdes karakter en goede
eigenschappen, hem niet in staat achtten een dergelijke daad met
volle bewustzijn te doenkortom, de vox populi was zoo ten zijnen
gunste, dat de krijgsraad hem met eenparige stemmen vrijsprak,
wegens ontoerekenbaarheid.
Het Hof kon zich hiermede niet vereenigen, maar overwoog, dat
iemand die van zijn bed naar buiten kan loopen, niet in dien staat