GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT ONZER VAANDELS. Na de overname der Koloniën in 1816 van de Engelschen groeide de troepenmacht hier te lande langzamerhand aan, zoowel door uit zending van troepen uit het Moederland (w. o. het 5e Regiment Infanterie van Linie), als door oprichting van bataljons, zoodat de formatie van het Indisch Leger in 1819, behalve uit enkele militaire instellingen, bestond uit: het 5e Regiment Infanterie van Linie, bestaande uit: 2 bataljons, ieder van 2 flank- en 4 fuselier compagnieën. het 19e, 20e, 21e, 22e, 23°, 24e, en 26e Bataljon Inlandsche Infan terie; ieder bestaande uit: 2 flankcompagnieën Europeanen, en 4 Inlandsche fuseliercompagnieën. het 25" of Garnizoensbataljon, bestaande uit: 2 flankcompagnieën Europeanen, 3 Amboineesche en 3 Inlandsche compagnieën benevens het Regiment Cavalerie N°. 7. Geen enkel dezer korpsen was in het bezit van eenig krijgsteeken. Toen echter de tijding werd vernomen, dat Z. M. de Koning in 1818 aan iedere Afdeeling infanterie in het Moederland een vaandel had geschonken, waarvan de plechtige uitreiking in 1820 had plaats gevonden, gaf dit den officieren van het Regiment Infanterie van Linie N°. 18 (het voormalige Regiment N°. 5) aanleiding, om bij ondervolgend request een dergelijke gunst te verzoeken. Aan Zijne Excellentie den Secretaris van Staat, Gou verneur-Generaal over Neerlands Indiën, etc., etc., etc. Het korps officieren van het regiment infanterie N°. 18, uit Zr M. besluit van den 5en December 1818, art. 15, gezien hebbende dat aan iedere afdeeling infanterie een vaandel zal worden gegeven, verder ver nomen hebbende dat dezelve werkelijk zijn uitgereikt geworden, wenscht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 75