70
Het Militair Departement was de meening toegedaan, dat, al mocht
eenige plechtigheid daarbij niet ontbreken, de uitreiking thans niet
op zulk een weelderigen voet behoorde plaats te vinden als in 1824,
toen het Leger voor het eerst met drie vaandels en een standaard
begiftigd was geworden; de nieuwe vaandels moesten beschouwd
worden als te zijn geschonken ter vervanging van de vroegere.
Met een en ander .werd rekening gehouden bij het in te dienen
voorstel, waarop bij Gouv. besluit dd. 1 April 1833, N°. 4, goedkeuring
werd verleend en in welk besluit tevens werd bepaald, dat de vaandels
der voormalige 18e, 19e en 20e Afdeeling Infanterie naar Batavia
zouden worden opgezonden, ter deponeering in de grooie zaal van het
Gouvernementspaleis te Weltevreden.
Het programma, voor de uitreiking vastgesteld, kwam in hoofdzaak
overeen met dat van 1824, met uitzondering evenwel dat thans de-
putatiën, bestaande uit: den oudsten kapitein of luitenant, den oudsten
onderofficier en de twee oudste soldaten, van ieder der afwezige batal
jonsbehalve van het le tegenwoordig zouden zijn om de vaandels
in ontvangst te nemen.
Alhoewel niet bij genoemd Gouv. besluit bepaald, vond toch een
extra-uicdeeliog plaats voor het garnizoen te Salatiga, zijnde dit de
door den Commandant der troepen aangewezen plaats voor de uitreiking.
Nadat de noodige voorbereidende maatregelen waren getroffen, en
de deputatiën der verschillende korpsen te Salatiga waren aangekomen,
-j- begaf de Commandant der troepen zich eveneens daarheen, alwaar op
den 24en Augustus 1833, den verjaardag van Z. M. Koning Willem
de plechtige uitreiking plaats vond, waarvan de nadere bijzonderheden
in het onderstaand aan de Regeering gericht schrijven zijn vermeld.
Ik maak het mij tot een plicht Uwe Excellentie te rapporteeren, dat
door mij dezen morgen de eervolle taak is volbracht, om namens het
Gouvernement aan de Bataljons Infanterie van het Indisch Leger de
vaandels uit te reiken, welke het Zijne Majesteit onzen geëerbiedigden
Koning behaagd heeft aan hetzelve te schenken tot het vervangen van
die, welke vroeger door de 18e, 19e en 20e Afdeeling Infanterie waren
gevoerd.
De plegtigheid heeft dezen morgen ten 8 uur plaats gehad.
Salatiga, den 24en Augustus 1833.