74
De Gouverneur-Generaal vereenigde zich met deze zienswijze en
droeg het Militair Departement op, een programma voor bedoelde plech
tigheid te ontwerpen en ter goedkeuring aan te bieden. Aan dezen
last werd voldaan en dientengevolge werd bij Gouvernements besluit,
dd. 2 April 1839, N°. 5 bepaald:
dat het vaandel van het 9e Bataljon, in naam des Konings, voor
en van wege den Gouverneur-Generaal, zal worden uitgereikt, door
den kolonel Le Bron de Yexela, Kommandant van het Observatiekorps
en wel te Salatiga, waar op don dag der uitreiking alle daar aan
wezige troepen onder de wapens zullen komen, die alsdan den eed
van trouw zullen hernieuwenen
dat alle officieren van dat garnizoen, benevens de drie oudste
onderofficieren en soldaten van genoemd bataljon ter maaltijd zullen
worden genoodigd.
Dienovereenkomstig werd het vaandel den 5en Juli 1839 uitgereikt
en met de meeste geestdrift ontvangen.
De kosten van een en ander beliepen met inbegrip van eene extra
verstrekking van brood, vleesch en wijn aan de troepen te Salatiga,
f 1407.03, benevens eene verstrekking van 303 halve flesschen wijn
uit s Lands voorraad, op welke uitgaaf goedkeuring werd verleend
bij Gouvernements besluit van den 14™ Juli 1839, N°. 3.
De overige vaandels werden bij de verschillende korpsen op een
voudige wijze uitgereikt, terwijl de last werd gegeven om de oude
vaandels in de Artillerie-magazijnen in te leveren, waar zij bleven
tot 1870. In dat jaar werden de doeken en franjes dier vaandels
op last van den toenmaligen Legercommandant in een blikken trommel
gesloten en ter bewaring gegeven aan de bibliotheek van de IIe Af-
deeling van het D. v. O., terwijl de stokken wegens totale onbruik
baarheid werden gesloopt. In die trommel werd een perkamenten
oorkonde gelegd, welke de afkomst der doeken vermeldde.
In 1839 werd wederom eene nieuwe organisatie vastgesteld, waarbij
de Infanterie met drie bataljons werd uitgebreid en wel met het
10e, lle en 12e bataljon. Aangezien het den Commandant van het
Leger gewenscht voorkwam, om deze korpsen zoo spoedig mogelijk
van nieuwe vaandels te voorzien, deed Zijne Excellentie aan de Regee-