75 ring het verzoek, om die doeken hier te lande te doen aanmaken en tevens gebruik te mogen maken van de stokken met leeuwen en kwasten der ingeleverde vaandels. Zooals uit het kabinetsschrijven van den Gouverneur-Generaal dd. 25 Juli 1839, N°. 129 blijkt, bestond bij de Regeering geen bezwaar tegen dat voorstel. De Luitenant-Kolonel Neuhaus, commandant van het 7e Bataljon Infanterie, in garnizoen te Weltevreden, kreeg thans in opdracht om drie vlaggen te doen aanmaken, overeenkomstig het model van de onlangs uit Nederland ontvangen en verstrekte doeken, terwijl de Directeur der Artiilerie werd verzocht, om drie der oude ingeleverde vaandels aan voornoemd hoofdofficier te doen toekomen. Na veel moeite was het eindelijk den Luitenant-Kolonel Neuhaus gelukt de vaandels te doen aanmaken, waarvan de Commandant van het Leger getuigde: dat het schilderwerk zeer fraai en smaakvoller was dan dat van de uit Nederland ontvangene. Dat de kosten van aanmaak, vooral van het schilderen, tengevolge van het totale gemis aan concurrentie ter plaatse, zeer aanzienlijk waren, kan blijken uit onderstaande begrooting van kosten. BEGROOTING van het kostende voor het vervaardigen der vaandels voor de nieuw opgerigte 10e, 11° en 12° Bataillons Infanterie, ingevolge authorisatie van den Generaal-Ma- joor, Kommandant van het Indisch Leger dd. 15 Augustus j.l., 2e Bureau, No. 6, en 1 October j.l., 3e Bureau, No. 8. zilver. f f No. 1. Voor 17 El Chineesche Satijn k 3.00 de El, bij den koopman Brown 51 00 2. Voor het verlakken van drie oude zwart lederen koppels, volgens quitantie 6 00 3. Voor het repareren en herstellen der moeren en schroeven aan de stokken tot bevestiging der leeuwen, aan den geweermaker Meijer 3 00 4. Voor 4* El zwart verlakt wasdoek voor overtrekken a 3.00 de El, bij den koopman Roseille. 13 50 73 50

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 86