80
terwijl des avonds ten 7 ure in de Militaire Sociëteit Concordia een
diner word gegeven, waarop benevens de officieren van het garnizoen,
ook de gepensionneerden waren genoodigd, alsmede drie onderoffi
cieren en diie soldaten van het 13e Bataljon, door den korpscom
mandant daartoe aangewezen. Bovendien werden door den Comman
dant van het Leger speciaal genoodigd de leden van het Hoog Militair
Gerechtshof, de Advocaat-Fiscaal voor de Land- en Zeemacht en de
Auditeur-Militair, de Hoofdofficieren van de Schutterij, benevens de
adjudant van dat korps; de Schout-bij-nacht, Commandant van Z. M.
Zeemacht in Indië met zijnen adjudant, de Hoofdofficieren der Marine
en de kommandanten van bodems, mitsgaders de Generaal-Majoor
Baron von Gagern met zijne officieren.
Op den 16en April van datzelfde jaar had te Soerabaja op overeen
komstige wijze de plechtige uitreiking plaats van het vaandel aan
het 14e Bataljon door den luitenant-kolonel G. Bakker, commandant
der troepen in de voormalige 3e groote afdeeling op Java. Aangezien
het rechterhalf 14e bataljon was aangewezen om deel te nemen aan de
expeditie naar Bali, en dit korpsgedeelte tijdelijk te Soerabaja gar
nizoen hield, had men met de uitreiking eenige haast gemaakt, ten
einde het vaandel te kunnen medenemen.
Door de Regeering werd voor deze feesten een som van f 4000
voor het 13e en van f 3000 voor het 14e Bataljon beschikbaar
gesteld, zullende de verantwoording der gelden ter goeder tijd be-
hooren te geschieden.
In 1856 werd de formatie van het Leger wederom met twee
bataljons uitgebreid en ontvingen de bataljons, met uitzondering van
het 5®, 7e, 11® en 14®, een ander nummer. Zoo werd het le 10e
2® 8®, 3® 13e, 4® 2®, 6® 15e, 8® 3®, 9® 4®, 10® 16®
12® 9®, en 13®12®. Een en ander geschiedde hoofdzakelijk met
het oog op de indeeling der landaarden. In 1857 ging men over
tot de oprichting van de ontbrekende 1® en 6e Bataljons en tot do
aanvraag om uitzending van nieuwe vaandels voor deze beide korpsen,
daar de oude vaandels eveneens waren overgegaan.
Het vaandel voor het 1® Bataljon bestemd, werd in het begin van
het jaar 1859 per schip „Nederland", gezagvoerder S. Hoekstra