van den gelaedccrdo naar vaste regelen, en onder nauwkeurig toezicht op do observatie dier regelen, waarbij zelfs door het zorgen voor ge neeskundige hulp al het mogelijke wordt gedaan om te voorkomen, dat door de eventueele laesie meer dan het volstrekt noodzakelijk lichamelijk nadeel wordt toegebracht; omstandigheden, grootendeels zoo nauw aan die handeling verbonden, dat eene iets belangrijke afwijking daarvan haar geheel het vermeld exceptioneel karakter doet verliezen, en haar dan met eene gewone gewelddadigheid doet gelijkstellen, welke mitsdien ontegen zeggelijk werkelijke elementen in strafrechtelijken zin dier handeling vormen, en door den strafwetgever dus ook niet dan door der wetenschap van het strafrecht geweld aan te doen, kunnen worden ter zijde gesteld dat om die reden dan ook in den regel, zoowel in de oudere als in de hcdendaagsche strafwetgevingen het duel als een zelfstandig misdrijf is erkend; dat bepaaldelijk ook in de oudere Fransche wetgeving vóór 1791 die opvatting heerschte, waarin toch die handeling niet als eene geweld dadigheid tegen personen, maar als een misdrijf tegen den Koning, d. i. tegen den staat, werd beschouwd, en op dien grond met zware straf werd bedreigd Dat nu nergens blijkt, dat de wetgever van den Code Pénal eene andere zienswijze zou zijn toegedaan geweest, en dit alzoo onder de vermelde gegevens wetenschappelijk ook niet kan worden aangenomen; dat alsdan, daar toch eene opvatting als zelfstandig misdrijf ook noodzakelijk eene zelfstandige behandeling daarvan in het wetboek zoude moeten mede brengen, het feit, dat bij dat wetboek tegen het duel geene straf is bedreigd geen andere opvatting toelaat, dan dat hij die handelingen niet meer met straf heeft willen bedreigen, evenzeer als die bedoeling steeds wordt erkend in het feit, dat bij dat wetboek van verschillende oneerbare handelingen vroeger met zeer zware straffen bedreigd, tenzij dan voor zoover zij de publieke eerbaarheid aanranden, geene melding meer wordt gemaakt; Overwegende dat deze opvatting nog wordt gesteund, zoowel door de geschiedenis der wording van het bedoelde wetboek, als door het feit, dat de rechtspraak van het Fransche Hof van Cassatie tot in 1837 toe immer heeft aangenomen, dat het duel bij den genoemden Code niet met straf is bedreigd, en toch de juristen, welke dit Hof gedurende den eersten tijd der werking van dien Code samenstelden, als tijdgenooten van de wording van dat wetboek wel geacht moeten worden met de strekking daarvan ten volle bekend te zijn geweest; Dat derhalve eene ernstige studie der wet tot geene andere conclusie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 101