99
door het Departement van Oorlog betaald werden b. v. in 1890, het jaar,
dat de heer v. A. voor zijn berekeningen uitkoos, en die te vinden zijn in
de bijlagen van de Javasche Courant N°. 40 van 1888, N°. 23 van
1889, en N°. 21 van 1890. Daar toch treft men voor sterke gar
nizoenen als Semarang, Buitenzorg met Mr. Cornelia en Weltevreden,
Willem I en Magelang prijzen aan van reap. 22.75, 22, 20.47 en zelfs
16.48 cent het KG.
Uitgaande nu van de totale sterkte van 17505 brood etenden op
uit0. 1888 (Kolon. "Verslag 1S90 Bijl. B) en de gemiddelde sterkte
der garnizoenen (Bijl. D van dat verslag), van welke benaderende
opgave ik, bij gemis van beter gegevens, evenals de schrijver, wel
verplicht ben gebruik te maken, als basis van berekening, blijkt dan,
dat de broodvoeding van het leger het Gouvernement volgens de
contractsprijzen van 1890 komt te staan op ruim 419000 gulden
per jaar. Op blz. 703 noot (1) vindt de schrijver ruim 560 mille,
een verschil van 141 mille. Yoor dat half millioen wordt berekend,
dat 'sjaars geleverd worden 1278000 KG. brood, de daardoor ge
vonden prijs van f 0.4383 moet dus zijn f 0.328.
Dit zijn nu zeker cijfers, die pleiten voor de onderstelling, dat de
aanbestedingen in de tegenwoordige handelstoestanden zooveel moge
lijk voldoen aan den eisch van het brood te verschaffen tegen den
laagsten prijs. Met minder dan 12500 broodeters van de 17500
zijn bovendien gelegerd in garnizoenen, waar minder dan 0.375,
de minimum indemniteit, als contractsprijs werd betaald. Beide zeker
redenen te over om tot de conclusie van den schrijver te komen, dat
aanschaffing van goedkooper meel, dan Amerikaansch, Australisch
of Europeesch, noodig is om voordeel van militaire bakkerijen te
hebbenvoor voorstanders van militaire bakkerijen in het algemeen
is het echter geen koren op den molen.
Wij zullen later zien of dat doel op de aangegeven wijze te be
reiken is. Toch laten ook bovengenoemde prijzen concurrentie toe
met den meelprijs, voor Batavia en voor de uiterste buitenposten
berekend.
Dit springt minder in het oog doordien in alles de hoogste prijzen
zijn gekozen bij de berekening van den kostprijs van het meel, noot (1)
blz. 699, jaargang 1892. 't Ware zeker meer in het belang der