101 en van een koyang meel van 1800 KG. terug, die den staat volgens de „Bepalingen en Tarieven voor het vervoer op de staatsspoorwe gen, vasigesteld bij Gouvernements Besluit dd. 3 April 1889 N°. 35," in verband met A. O. 1886 N°. 25 [noot (1) blz. 697] slechts kosten 1/s van 5 per 8000 KG., of 0.375 per koyang heen, en evenveel terug. Een voordeelig verschil derhalve van f 0.0723 per HL. tarwe en van f 0.09 per 100 KG. meel. Het koelieloon voor uit-en inlading van de prauwen te Batavia a f 0.75 de koyang kan niet uit de rekening verdwijnen: de schrijver had vergeten dergelijke kosten in rekening te brengen voor uit-en inladen der spoorwagens te Buitenzorg. Hem, die huiverig mocht zijn vorenstaande prijsverminde ring toe te passen, omdat het Departement van Oorlog voor het uit- en inladen van gouvernementsgoederen bij de stoomers te Tandjong Priolc volgens de bijlage der Javasche Courant 1893 NJ. 11 moet betalen 0.20 per 100 KG., zal de schrijver antwoorden, dat de particulier nog over het geringer bedrag van 0.75 per 1800 KG. ontevreden is, en dat, mocht de militaire molen tot stand komen, zeker tevens gebruik gemaakt zal wor den van een kleine lift of jacobsladder, door stoom gedreven, waardoor het graan dadelijk in de voor den stoomer opgereden wagens kan gestort worden tegen nog aanzienlijk veel lager kosten, dan die thans de particulier betaalt. De cijfers blz. 699 van den jaargang 1892 aanvullende en wij zigende volgens de bovenstaande gegevens, dan blijven slechts drie memorieposten meer over, maalkosten, patentbelasting en losloon ter bestemmingsplaats. De eerste dier posten na aftrek der zemelen kan veilig verwaarloosd worden. In Nederland op 'c platteland rekent men 3 KG. per HL. of 4°/o, terwijl ik geen reden heb de schatting omtrent de waarde der zemelen, blz. 700 noot (1), te mistrouwen, die tusschen de 5 en 8°/0 valt. Er blijft zoodoende wat over voor andera tegenvallers. De patentbelasting wordt gerekend ingevolge staatsblad 187 8 N0.. 350 artikel 1, 3 en 4 op 2°/Q vau het zuiver inkomen uit het bedrijf, n. 1. van de opbrengst, na aftrek der kosten voor onderhoud op den zelfden voet. Deze kunnen niet hoog zijn; bij een winst van 25der kosten van het meel, wat zal overeenkomen met 15 a 20°/o op die van het brood, is het nog slechts '/2 °/0 van eerstgenoemde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 110