106 (deel I biz. 480 en vlg.) 19 KG meel de noodige grondstof voor 24.5 KG. brood. De heer Fabius eindelijk rekent in zijn artikel „De stellimj van Amsterdam" in de Gids van het vorige jaar (No. 3) blz. 495, de verhouding tu3schen meel en brood te zijn 2 3. De verhouding vau het meel tot de hoeveelheid brood, die het op levert wordt dus volgens verschillende schrijvers uitgedrukt door de getallen 132, 144, 135, 140 en 120 tot 180. Het eerste getal heeft betrekking op munitiebrood met alle zemelen, waarin dus ook meer water opgenomen wordt door de hygroscopische eigenschappen van die vruchtvliezen; de laatste komen mij voor vrij willekeurig genomen te zijndaar zij zelfs nog gelegen zijn beneden de eerste. Die van overste De la Parra als de juiste aannemende, omdat de grondstof Amerikaansch meel was, zooals bijna altijd in Indië ge bruikt wordt, dan moet men rekenen op een productie van 11/3 KG brood van een KG. meel. Aan elk KG. brood te Magelang wordt derhalve alleen aan meel ten koste gelegd 3/4 X 19.3 cent of 145 cent bijna. 't Is natuurlijk moeilijk te bepalen, hoeveel uitgaven daarbij komen voor de voortbrenging van het brood, risico, enz. om zonder winst brood te kunnen leveren. Afgaande op het verslag van een coöpe ratieve broodfabriek in Nederland „de Volhardingte 's Graven'nage over het jaar 1890/91, voorkomende in het Vaderlandde Avondpost en enkele andere Nederlandsche bladen van December 1891 bedroegen de uitgaven voor meel 67 °/0 der totale uitgaven die voor melk, gist, zout, arbeidsloon en voor alle andere onkosten te zamen, waaronder brandstof, resp.9, 3, 1, 17 en 3 °/0. De uitgaven voor het meel waren dus 2/3 van den kostprijs van het brood. In Indië kan de verhouding voordeeliger zijn; de post melk kan wel geschrapt worden, de arbeidsloonen zijn zeker lager, ook andere onkosten kunnen er minder wezen, alles samen mogelijk wel 20°/0, waardoor de totale onkosten tot die voor meel alleen in een verhouding komen van 6 tot 5. Is deze onderstelling juist, dan kost den aannemer te Magelang het brood 6/5 X 14i cent, 17.4 cent en blijft er bij een broodprijs van 17.6 en 17.8 nog een klein bedrag voor hem over van hoogstens 450.'sjaars, terwijl hij voor voorraden en voor het bedrijf moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 115