113 worden benoemd, doch sedert' in dat jaar genoemde afdee- ling in de Ie afdeeling met een majoor of luitenant-kolonel veranderd en een nieuwe infanterie-afdeeling, met een opperofficier van dat wapen aan het hoofd, opgericht is, blijven voor de kolonels van de artillerie en genie alleen de Generale Staf en het commando over de 2e militaire afdeeling open, om den generaalsrang te kunnen bereiken. Wij zullen wel niet behoeven te zeggen, dat die toegangs wegen echter zoo goed als afgesloten zijn. Tot de betrekking van Chef van den Generalen Staf worden bij voorkeur alleen zij geroepen, die van de staf- of krijgsschool afkomstig, in vroegere jaren ook reeds bij dat dienstvak hebben gediend, zoodat voor hen, die hunne carrière uitsluitend in hun wapen hebben gemaakt, de kans om door de poort van den Generalen Staf de kolbak te erlangen, zeer gering is. Uit den aard der zaak is verder voor de officieren die nooit buiten hun wapen zijn werkzaam geweest en dit is voor bijna alle artillerie- en genieofficieren het normale geval ook het commando over de 2e militaire afdeeling op Java nagenoeg onbereikbaar en is dus op dit oogen- blik de feitelijke toestand dat, wanneer niet van de bij de 67 en 96 toegekende bevoegdheid wordt gebruik gemaakt, alle buiten het wapen der infanterie staande kolonels de hoop om nog eenmaal generaal-majoor te worden, gerust kunnen opgeven. En is deze uitsluiting geenszins billijk en gaan daarmede elementen voor het legercommando verloren, die daarin misschien uitnemend op hunne plaats zouden geweest zijn, de Infanterie en de Generale Staf zouden er door gebaat worden, wanneer den kolonels van de artillerie en de genie niet de eenige uitweg om den generaalsrang te verwerven ware afgesloten. Blijft gebruik gemaakt van de gelegenheid om aan het hoofd van de wapens der artillerie en genie opperofficieren te plaatsen, dan behoeft men in geen geval de vrees meer te koesteren, dat de post te Semarang door een niet-infanterist zal worden bezet of dat aan het hoofd van den Generalen Staf iemand zal worden geplaatst, die daarop door zijn militaire opleiding niet in allen deele voorbereid is. Blijven de chefs van de wapens der artillerie en der genie daaren tegen buiten de gelegenheid om langs den natuurlijken weg generaal- majoor te worden, dan zal er om aan den gebiedenden eisch van DL I, 1894. 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 122