125
tueelen aftocht te dekken, maar bezig alle krachten om de zege
te bevechten
Practisch als dat voorschrift is, bepaalt het zich niet tot het aan
geven van de bovenstaande regels, waarnaar de troepenleiders in het
gevecht moeten handelen, doch wijst het hun ook op omstandigheden,
waaronder hun invloed ophoudt en op zaken, waarmede zij zich niet
moeten inlaten.
Zoo zegt het b.v. ergens: „het tirailleurgevecht ligt in de hand
der compagnieën", waarmede het den B. O. tegelijk zegt, dat dezen
op het gevecht der tirailleurlinie zelve geen invloed vermogen uit
te oefenen.
Nog duidelijker komt dit op eene andere plaats uit, waar het
heet: „De invloed, dien de B. C. op het vuurgevecht der compa
gnieën kan uitoefenen, zal dikwijls alleen daarin bestaan, dat hij de
reservemunitie naar die punten der linie zendt, waar de behoefte
daaraan het grootst is."
Zoo waarschuwt het de Reg. Cn. om zich niet te bemoeien met
de ontwikkeling in compagniescolonnes van de bataljons, en de Brig.
O. om zich niet in te laten met de ontwikkeling der bataljons van
de verschillende regimenten.
Niet meer bevelen dan kan en mag, vrijheid laten in de uitvoe
ring van de bevelen en alleen ingrijpen bij bepaalde noodzakelijk
heid, zijn de voornaamste beginselen, waarop de bevelvoering in het
gevecht daar berust.
Die beginselen nu zijn in bijna alle gevechtsvoorschriften neerge
legd, ook in het onze, doch bij ons èn onvoldoende èn te flauw.
Het beginsel van het beschikbaar houden van de noodige reserven
wordt onverzwakt overal teruggevonden.
De invloed, dien de bevelhebber kan uitoefenen door het zenden
van reservemunitie, laat zich natuurlijk het meest gevoelen bij do
hardnekkige verdediging.
Yan het grootste belang voor de gevechtsleiding is nog de keuze van
de standplaats van den bevelhebber. Die standplaats wordt reeds in
het gevechtsbevel aan de verschillende onderbevelhebbers medegedeeld.
Ons voorschrift geeft zich veel moeite om die plaats met juistheid
te bepalen. Zoo zijn in den regel