128
steeds aan hunne rechtstreeks ondergeschikten. Komen zij in de
noodzakelijkheid om een bevel te geven aan iemand, dien zij niet
rechtstreeks commandeerendan wordt altijd de onmiddellijk onder
geschikte met het gegeven bevel in kennis gesteld.
Yolgens ons voorschrift 95103) kunnen de bevelen op velerlei
wijzen worden overgebracht, en wel:
le. met de stem. Dit is het gemakkelijkst en het meest
practisch.
Als hulpmiddel om de aandacht te trekken geeft ons voorschrift
daarbij den korten stoot op het tirailleurfluitje, die alleen mag gegeven
worden door de commandanten van de tirailleurliniën der compagnieën,
de C. Cn. en de B. Cn.
Dit hulpmiddel komt echter zeer gebrekkig en onpractisch voor.
Doordien vele personen dikwerf „moeten omzien", zonder dat het
fluiten hen geldt, wordt het omzien ten laatste eenvoudig „nagelaten."
Bovendien is het fluitje bij het geknal van geweervuur slechts op
betrekkelijk korte afstanden „van uit de tirailleurlinie" hoorbaar.
Ik zoude daarom het tirailleurfluitje in het gevecht alleen willen
doen gebruiken door de sectie-commandanten, om daarmede hun
groepscommandanten te kunnen beroepen.
2e. Door het geven van teekens en wenken.
Dit middel is altijd gevaarlijk, vooral wanneer de afstand wat groot
wordt of het weder, kruitdamp enz. geene goede waarneming toe
laten. Ik zoude voorstellen het gebruik er van in het gevecht
eenvoudig te verbieden en liever meer toepassing vorderen van het
middel
3e. Zenden van een ordonnans met een schriftelijk bevel. Monde
linge bevelen worden nimmer gezondende noodzakelijkheid daartoe
kan zich bijna nooit doen gevoelen.
Wel kan het verstrekken van mondelinge ophelderingen omtrent
eene gewichtige aangelegenheid voorkomen, doch dan worden hiervoor
officieren gebezigd.
Het laatste middel:
4e. gebruik maken van signalen, neemt in de Nederlandsche en
Indische voorschriften nog eene groote plaats in.
In het Duitsche voorschrift wordt het geven van signalen in het