BE KEIZERDAGEN TE STUTTGART.
14—17 September 1893.
Daar ik gedurende den zomer van 1893 een reisje naar de Beier-
sche Alpen wilde maken, en wist dat in de nabijheid van Stuttgart
groote militaire oefeningen zouden plaats vindon, was mijn plan mijn
weg over die stad te nemen en, zoo mogelijk, die oefeningen bij
te wonen.
De beste wijze om mijn doel te bereiken scheen mij de officieele
weg; na dus paragraaf 39 der algemeene order voor het Indisch
Leger, N°. 78 van 1889, nog eens aandachtig te hebben overgelezen
en uit de tweede alinea dier paragraaf de wetenschap te hebben
geput, dat ook een officier kwartiermeester wel eens in de gelegen
heid wordt gesteld, zich meer vertrouwd te maken met de huishou
ding, gewoonten, bewapening, kleeding, voeding, krijgstucht, enz. van
vreemde legers, kocht ik een zegeltje, gaf per verzoekschrift aan
Zijne Excellentie den Minister van Koloniën mijnen wensch te kennen
en verzocht Z. E. dien bij het K. D. Ministerie van Oorlog te willen
overbrengen.
Ik zat nu een week of vier als op heete kolen. Eindelijk kwam
de lang verwachte zwaarwichtige enveloppe met het kleine relief-
stempelik nam kennis van den inhoud, en kon met Jung-
Werner uitroepen
„Behüt dich Gott, es war' zu schön gewesen,
„Behiit dich Gott, es hat nicht sollen sein!"
Want aan het slot van 's Ministers schrijven werd mij op de
gebruikelijke wijze te kennen gegeven, dat er geene termen gevonden
waren om mijn verzoek in te willigen.
Later vernam ik dat alleen de, niet in voornoemde paragraaf 39
genoemde, officieren van den generalen staf voor de daar bedoelde
officieele vertrouwdmaking in aanmerking komen, maar dat ik wel