137 Toen de Keizer, de rijtuigen en het gevolg den rechtervleugel van de 54e brigade hadden bereikt, hadden de bataljons der 26e divisie eerst rechts de pelotonscolonne en daarop de colonne met compagnieën in front geformeerd (1). De geheele divisie had vervolgens rechtsomkeert gemaakt en was met sectiën rechts afgemarcheerd. Het derde bataljon van het 122® regiment infanterie veranderde onmiddellijk rechts van directie en marcheerde in de nieuwe richting vooruit. De overige bataljons volgden de beweging na, zorg dragende op het zelfde punt van directie te veran deren, zoodat, toen de Keizer zich naar het tegenover de tribune gelegen punt begaf, de troepen der voorste afdeeling reeds gereed stonden om den parademarsch te beginnende voorste compagnie van het voorste bataljon van het Grenadier-regiment Koningin Olga, N°. 119, stond op het door twee hooge vlaggen aangeduide alignement. De compagnieën hadden 4, de regimenten 30, de divisiën 50 pas afstand genomen. Onder aanvoering van den commandeerenden generaal, zetten de troepen zich in beweging, waarbij Z. M. de Koning voor het grena dier-regiment Koningin Olga uitreed, en dit aan den Keizer presen teerde. Rechts van den Keizer stonden de rijtuigen der Keizerin en Koningin en der overige vorstelijke dameslinks hadden de Kroon prins van Italië, Prins Lode wijk van Beieren en de overige vorsten, allen te paard, plaats genomen. Kranig marcheerden de troepen voorbij hun hoogsten chef, in de zelfde volgorde waarin ze bij de inspectie waren opgesteld geweest. De eigenlijke parademarsch (waarbij de manschappen met den paradepas marcheerden) begon bij het hoekpunt van de tribune en werd volgehouden tot de laatste rijtuigen van het gevolg gepasseerd waren. De paradepas (2) is zeer vermoeiend, maar het eenige mid del om de troepen te voet onberispelijk gericht te laten defileeren. Tweemaal werd er gedefileerd. Den eersten keer door de troepen te voet (1) Om niet onduidelijk te worden, heb ik de Ned. benaming „divisie" voor de compagnie in het bataljonvervangen door compagnie (2) Deze pas wordt op het commando „oogen rechts of links" steeds aangenomen, wanneer een gewapende troep een officier van hoogeren rang dan de commandant voorbijgaat. De gewone pas wordt hernomen nadat de laatste man den meerdere is voorbijgegaan. Bij grootere troepen geschiedt het afdeelingsgewijze.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 146