138 met compagnieën in front, door de cavalerie met eskadrons in front op halven afstand in stap, door de artillerie met batterijen in front in stap en door den trein in stap. Deze voorbijmarsch duurde een uur. Den tweeden keer defileerden de infanterie in regimentscolonne, de 12 compagnieën van het regi ment in linie op 4 pas afstand achterelkaar, de vestingartillerie en het pionierbataljon in dubbele colonne, de pelotons tot op 4 pas opgesloten. De cavalerie, bereden artillerie en trein defileerden in draf, in de zelfde formatie als den eersten keer, de cavalerie hierbij op geheelen afstand. Beide keeren plaatste de Keizer zich aan het hoofd van het infan- terieregiment „Keizer Wilhelm, Koning van Pruisen, N°. 126", welks chef hij is en presenteerde dit aan den Koning. Deze, op zijn beurt, presenteerde de grenadier-regimenten „Koningin Olga, N°. 119 en Koning Karl N°. 123", het regiment „Koning-dragonders, N°. 26'' en het regiment veldartillerie „Koning Karl N°. 13", aan zijn Hoogen gast. Door de mij verstrekte „Vorbeimarsch-Liste für die grosse Parade", waarin al de officieren der verschillende korpsen, tot en met de compagniescommandanten, in volgorde waren opgesomd, kon ik alles zeer goed volgen. Na afloop der parade verzamelde de Keizer de generaals en stafofficieren om zich heen en gaf Z. M. zijne tevreden heid over de uitstekende houding der toepen te kennen. Daarna begaf Z. K. M- zich, vergezeld door den Koning en zijn staf, naar de vereenigingen van oud-strijders, die ter sterkte van 7200 man verschenen waren. De eere-voorzitter, prins Hermann van Saksen- Weimar bracht het rapport uit; de Keizer sprak daarop verscheidene leden aan. Om ruim half een was het militaire schouwspel afgeloopen. De vorstelijke personen keerden naar Stuttgart terug, terwijl ook ik, zeer voldaan over al wat ik gezien had, mijn hotel weer opzocht. 's Avonds werd in den Hofschouwburg, als galavoorstelling „Tannhauser" van Wagner gegeven. De prijzen waren voor dien avond verhoogd; ik kreeg echter op de eerste rij der officiersplaatsen, die zich vóór de stalles bevinden, voor drie mark, eene uitstekende zitplaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 147