HET BAJONETSCHERMEN.
In het Ind. Mil. Tijdschrift N°. 8 van den vorigen jaargang, komt
van de hand van „Nastoot" een opstel voor over het onderricht in
het bajonetschermen. Ik stel my voor den schrijver daarvan te vol
gen, en mijne opmerkingen bij de zijne te voegen.
Ten opzichte van de 1® alinea der inleiding van het voorschrift op
het bajonetschermen vraagt hij, of het niet juister zou zijn de zinsnede
„wanneer de gelegenheid ontbreekt om van het geweer als vuur
wapen gebruik te maken" te vervangen door de volgende: „wanneer
van het geweer als stootwapen moet worden gebruik gemaakt."
Ik geloof niet, dat de redactie daardoor duidelijker zou worden, want
de bijvoeging van genoemde zinsnede zal waarschijnlijk ten doel
hebben er op te wijzen, dat steeds in de eerste plaats van het geweer
als vuurwapen moet gebruik gemaakt worden, en dat het slechts
als stootwapen aangewend mag worden, wanneer men zoo dicht op
den vijand is gedrongen, dat men geen tijd meer heeft om behoorlijk
te laden.
Iedereen zal dit wel duidelijk zijn, en daarom lijkt mij de geheele
zinsnede overbodig. Wil men ze behouden, dan behoort ze echter
onmiddellijk te volgen op het zindeel, dat ze bepaalt, d. i „het ge
bruik van het geweer als stootwapen." Tegenwoordigheid van geest
en vastberadenheid in oogenblikken van gevaar, zullen den soldaat
wel steeds te pas komen, en niet alleen, wanneer de gelegenheid ont
breekt om van het geweer als vuurwapen gebruik te maken.
Inleiding, 3e alinea. Daar achter het woord kader geen komma
staat, moet volgens deze redactie ook het kader prevót of meester
zijn op het geweer, om onderricht te kunnen geven. De bedoeling
zal dit wel niet zijn, daar men alsdan zeer zeker onderwijzers zou
te kort komen. Gelukkig kunnen de meesten van het kader tamelijk