160 „Le meilleur moyen de prévenir les tensions est encore d'attaquer Varme avant le corps'". (l'Art du Duel). In het Hollandsche voorschrift van 1890 wordt de uitvoering van den stoot rechts aldus aangegeven „De kolf met de rechterhand vlug tot vóór het midden van de borst omhoog brengen en de punt van de bajonet op het midden van de borst der tegenpartij richten, onmiddellijk daarop uitvallen en het geweer met de achterste hand kort en krachtig recht vooruitstooten, glijdende het geweer daarbij zoover mogelijk door de voorste hand. Verkorte stoot. 15. Ook bij den verkorten stoot mag het bovenlijf niet voor- uitgebracht worden voor het geweer, en nog veel minder tegelijkertijd met het terugtrekken daarvan. Dat men zich aldus sterk blootgeeft, werd nog onlangs door den chef van het wapen der infanterie, bij zijne hier gehouden inspectie, opgemerkt. Het strekken van het achterste been en het voortuitbrengen van het bovenlijf is ook vrij wel overbodig. Er wordt toch veronder steld, dat de tegenpartij dicht is opgedrongen, zoodat ook zonder deze bewegingen de stoot wel ver genoeg zal reiken, en bij een flink uit strekken der armen krachtig genoeg zal aankomen ook. In de Hollandsche voorschriften van 1890 en 1884 wordt de verkorte stoot dan ook zonder genoemde bijbewegingen aangegeven. Blz. 14, 16. Wat „Nastoot" ten opzichte van den werpstoot aan raadt, kan ik niet aanbevelen. Het Hollandsche voorschrift van 1890 leert dezen stoot zonder uitval. Daarbij wordt opgemerkt, dat de stoot aanmerkelijk verder zal reiken door den achtersten schouder en den achtersten voet vooruit te brengen. Men moet echter niet het nadeel vergeten, dat dan de linkerhand lang zoo vlug niet het geweer kan opvangen. Yoor een Europeaan is dit minder, maar onze Inlandsche soldaten zijn zoo sterk niet om het geweer, al is het maar kort, met één hand op te houden. Denkt men, dat de stoot niet ver genoeg zal reiken, dan dringt men wat dichter op. Het is in elk geval verkeerd, bij den werp stoot een uitval te maken. De stoot moet hoog gericht worden; maakt men een uitval, dan moet het geweer noodzakelijk zakken, zonder dat de stoot veel verder zal reiken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 169