9 het tot een treffen tusschen beide partijen, waarbij de Langa's eene schitterende overwinning behaalden en Moat met honderd der zijnen sneuvelde. De overige Endehneezen namen de vlucht en achtervolgd door de Langa's, scheepten zij zich weder in op hunne vaartuigen en ondernamen den terugtocht. Na dien tijd heeft geen enkele der Radja's van Endeh het meer gewaagd deze woeste stammen te onderwerpenen zoo hebben deze steeds hunne onafhankelijkheid gehandhaafd. Ofschoon de ata-Doea's, met wie wij gedurende de tinexpeditie dikwijls in gevecht kwamen, getoond hebben het gevecht liefst te vermij den, zoo kan men hen niet van lafhartigheid beschuldigen, want verscheidene malen is het ons gebleken, dat zij bij de nadering der troepen bleven staan en het geweervuur met de grootste doodsver achting trotseerden. Hun grootste tactiek bestaat in het achtervolgen vau den troep bij een terugtocht; alsdan weten zij van het terrein partij trekkende, kruipende en sluipende, zoo dicht te naderen, dat zij gelegenheid vinden om hunne lansen te werpen. Hun aanval geschiedt gewoonlijk met veel geschreeuw en getier, waarbij schrille kreten, die door merg en been gaan, worden uitgestooten. Dit om den troep te demoraliseeren, alsook om zich zeiven moed in te spreken. Yan het terrein weten zij uitstekend partij te trekken en hunne hinderlagen zijn in den regel op zoodanige plaatsen gelegd, dat zij menigmaal succes behalen. Alvorens echter ten strijde te trekkeu of iets van belangrijken aard te ondernemen, moet bij den „ngadoe" geofferd en verschillende orakelen geraadpleegd worden. Zoo wordt uit het hart van een geslacht varken of van eene kip de loop der bloedvaten nagegaan. Merkt men daaruit gunstige voorteekens, dan kan de strijd aangevangen of ieis ondernomen worden, in het andere geval niet, al mochten ook de kansen schoon staan. De overvallingen geschieden gewoonlijk 's morgens en worden de hinderlagen 's nachts te voren gelegd. Yoert eene kampong strijd met eene andere, dan zoeken beide

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 18