179
van ondergeschikten rang groote zelfstandigheid moet toever
trouwen?"
Eq de geschiedenis wat leert die van de houding der Inlandsche
militairen bij het oproer der Zwitsers in 1860, van die bij de over
valling van Loemar in 1856, en bij zoovele andere gele
genheden
Waarlijk, het wordt tijd dat wij, ook door de wijze van toeken
ning van onderscheidingen, hunne militaire waarde erkennen.
En al zal het dan, helaas, bij dezen Minister wellicht te vergeefs
zijn, ik zal er op blijven aandringen, dat te hunnen opzichte de wet
worde opgevolgd, de rechtvaardigheid worde betracht.
De heer van Vlijmen. Bjj de beoordeeling van den toestand van
het krijgswezen in Oost-lndië rijst natuurlijk altijd in de eerste plaats
de vraag hoe het staat met de pbysieke kracht. De Memorie van
Antwoord geeft eenige argumenten om te betoogen, dat eene uitbrei
ding van de infanterie van het leger op dit oogenblik niet mogelijk zon
zijn, omdat er gebrek is aan logies. De pa's opgetreden legercomman
dant heeft uitdrukkelijk verklaard, dat hij de volle verantwoordelijkheid
aanvaardt van den tegenwoordigen toestand. Iutusschen is het, dunkt
mij, toch niet te ontveinzen dat, wanneer wij alle omstandigheden in aan-
meiking nemen, wij dan wel behoefte gevoelen aan eenige versterking, en
daarom is het te meer welkom wat wij hebben gelezen in het antwoord
van den Minister, dat op het oogenblik eene voltallige Europeesche
compagnie, geheel geëncadreerd, door de koloniale reserve wordt
uitgezonden.
Op het gebied van het materieel zijn wij zeker sterk genoeg. Ik
wil in het voorbijgaan den Minister hulde brengen, omdat in den
laatsten tijd het beste en het nieuwste geschut voorAfjeh naar Indië
gezonden is.
Maar wat aangaat de levende strijdkrachten ik herhaal het - is
de toestand niet zoo gunstig als wij zouden wenschen, vooral in
verband met de toestanden op Noord-Sumatra.
Wij hebben nu weder uit particuliere berichten gezien, dat een
belangrijk gevecht heeft plaats gehad nabij den nieuwen post Kroeng
Kali. Daar was een bataljon infanterie met eene sectie artillerie
aanvankelijk uitgerukt, maar men heeft (volgens die particuliere be-