189
5 le Luit. Art. Milder per paard f 1.13
6 Luit. Kol. Art. Munniks de Jongh 1.13
7 le Luit Art. Boom 1.12
8 Kapt. Inf. Meijer „1.11
9 Kapt. Inf. Luijtjes 1.11
Voor een 10e paard gestorven 24 Nov. van den Kapt. Inf. Hagedoorn
kon in 1893 niet meer gecontribueerd worden.
Door het plotseling vertrek van den Directeur, den Kapt. Gen. Staf
La Feber, op een oogenblik, dat de beide commissarissen niet ter plaatse
waren, trad de l6 Luit. Art. M. H. Yis den 3en Maart op als tijdelijk Direc
teur en bleef hij deze betrekking ook waarnemen toen hij na het vertrek
van den commissaris, den len Luit. Art. J. Doijer, op verzoek van den
Directeur als commissaris inviel; als tijdelijk 2e commissaris is toen de 2°
Luit. Art. H. van Witzenburg opgetreden.
Nadat de Kapt. La JIeber in September zijne betrekking van Direc
teur had neergelegd, is de le Luit. Art. Yis definitief als Directeur opge
treden en de Luit. Art. v. "Witzenburg definitief als commissaris. In
November is de laatste wegens vertrek als zoodanig vervangen door den
le Luit. Art. J. W. Hissink.
Vorenstaande voorzieningen berusten op art. 10.
Ultimo 1892 was het reservefonds groot ƒ176.36; ultimo 1893 67.01.
De uitgaven, die in 1894 belangrijk minder zullen zijn, waren in hoofd
zaak: aankoop van bedrukte briefkaarten f 31.
aankoop karwats voor den oprichter
(zie voorgaande verslag) f 30.
drukken van reglementen23.
administratiekosten.25.
Aan entrée's werd geïnd24.
Alsnu moest worden overgegaan tot de behandeling van de door de
leden B. C. van de Sande c. s. en het bestuur voorgestelde reglements
wijzigingen, waarvan eerstgenoemde het grondbeginsel van de vereeniging
raakt.
Alvorens tot de behandeling over te gaan, deelde het Bestuur aan de
Vergadering mede, dat het gaarne door stemming zag uitgemaakt, hoe
art. 7 van het Reglement moet uitgelegd worden.
Het Bestuur ging uit van het denkbeeld dat onder de uitdrukking
„ten einde de leden tijdig daarmede bekend te kunnen maken" moet
verstaan worden „de leden te Batavia woonachtig", omdat art. 7 spreekt van
leden, die op de algemeene vergadering voorstellen kunnen doen en art. 8