206
hem slechts het recht moet geven op eene beperkte vuursnelheid,
dan vraag ik: „Hoe ver moet die beperking dan gaan?"
Moet men daartoe een tromplader aanschaffen, waaraan tevens het
vermogen verbonden is van een magazijugeweer
Moet het zijn een Snidergeweer met een afsluitbaar magazijn
Of moet het een Beaumontgeweer wezen met afsluitbaar magazijn
Tot welk maximum moet dan toch de vuursnelheid beperkt wor
den, waarover de man zelf beschikken mag?
Is er iemaud, die deze vragen beantwoorden kan? Of hebben
we toevalligerwijs precies de oplossing gevonden in het 6.5 mM.
proefgeweer, mits voorzien van een afsluitbaar magazijn?
Zoo ja, dan is het geweervraagstuk wat ons betreft voor een
deel volkomen opgelost en die gedeeltelijke oplossing luidt: „Den
soldaat mag geene vrije beschikking gegeven worden over eene groo-
tere vuursnelheid dan die welke het proefgeweer 6.5, als enkellader
gebruikt, verschaft
Ik zal natuurlijk nauwelijks behoeven te zeggen, dat een derge
lijke oneindige stilstand in een deel van het geweervraagstuk niet
aanneembaar is. Daarentegen is het zonneklaar, dat zulk een stil
stand nooit zal aanbreken en daarom moet men van het eenige juiste
denkbeeld uitgaan, dat de geweren van onzen tijd nog een zeldza-
men graad van onvolmaaktheid deelachtig zijn, die in den loop der
tijden gaandeweg verminderen zal.
Indien dus de heer Breijer op gebreken wijst, wil ik de eerste
zijn om toe te stemmen, dat er gebreken, vele gebreken bestaan,
maar ik veroorloof mij, niet eenstemmig te zijn met den geachten
schrijver, waar het er op aankomt, die schadelijke invloeden te neu
traliseeren.
Als ideaal voor een Indisch infanterist stellen we ons voor een
soldaat met maximum karakter, lichaamskracht en geoefendheid.
Indien we deze drie factoren beschouwen, dan geloof ik, dat het
soldatenkarakter en de lichaamskracht er in den loop der eeuwen
gemiddeld niet op zijn vooruitgegaan en vrees ik, dat er steeds
blijvende achteruitgang zal moeten worden geconstateerd; en de ge
oefendheid, die men in eene geestelijke en in eene lichamelijke zou