208
is, wat zij kon zijn, zoo put toch onze infanterie uit hare eigenschap
als vrijwilligerskorps het voordeel, dat zij den toets der vergelijking
met Europeesche militiekorpsen niettegenstaande de bovenge
melde schaduwzijden wel kan doorstaan.
Ik kom hierdoor tot het besluit, dat de nadeelen van eene grootere
vuursnelheid zich bij ons zeker niet sterker zullen vertoonen dan
bij eenig ander leger, ook al stonden wij tegenover een Euro
peesehen vijand. En hoe men over deze mijne zienswijze ook den
ken moge, toch blijf ik er bij, dat de voordeelen der vuursnelheid
hare nadeelen zóó verpletterend overschaduwen, dat we steeds ver
meerdering der vuursnelheidals ons richtsnoer moeten blijven be
schouwen.
Na het hierboven opgemerkte op den voorgrond gesteld te hebben,
willen we den geachten schrijver in een deel van zijn duidelijk en
gemakkelijk leesbaar betoog op den voet volgen.
1. „Ons geweer moet volkomen op den strijd tegen den Iulandschen
vijand zijn ingericht (blz. 39)". Tegen deze stelling heb ik niets in
te brengen.
2. „Tegenover den Inlandschen vijand hobben we geen wapen
noodig, dat opzettelijk ingericht is om doorloopend de grootst mogelijke
vuursnelheid toe te laten" (blz. 40). Hiermede vereenig ik mij niet,
op grond van het hiervoren aangevoerde; m.i. hebben we, ten einde
ons overwicht zoo groot mogelijk te doen zijn, wel degelijk een
wapen noodig, dat doorloopend de grootst mogelijke vuursnelheid
toelaat.
3. „De belasting van onzen soldaat te velde moet beheerscht
worden door de vraag: „Wat moet de soldaat noodwendig dragen,
opdat hij voor zijne taak geschikt zij Geen grooter aantal patronen
dan noodig is dus!" (blz. 42). Deze stelling geef ik toe, doch alleen
onder voorwaarde, dat men, bij het verlichten der belasting, de pa
tronen het allerlaatst in beschouwing neme.
4. „Onze Inlandsche vijand gebruikt geen soutiens en reserves en
biedt ons dus minder kans om hem toch verliezen toe te brengen, al
schieten wij te ver, dus voor ons heeft het juistheidsschieten grootere
waarde," (blz. 43). Deze meening deel ik volkomen. Veel meer