209 nadruk moet worden gelegd op het juistheidsschieten en zelfs zal aan stonds blijken, dat ik voortaan niets anders verlang dan dat schot. 5. „Naarmate het vuur minder uitwerking heeft, stijgt ook het moreel van den vijand, want een zeer snel, maar minder schadelijk vuui maakt minder indruk dan een kleiner aantal beter treffende schoten." „Het moreele overwicht der eigen troepen daalt daarentegen, naar gelang zij, door sneller te vuren, hun kalmte, overleg, opmerkzaam heid op het commando en lust tot voorwaarts gaan verliezen." „Ook in Europa is men niet blind gebleven voor de nadeelen, ver bonden aan groote opvoering der vuursnelheid, al golden zij daar niet alle in dezelfde mate als bij ons. In meerdere legers is men dan ook met overgegaan tot de invoering van een geweer, dat uitsluitend als meerlader te gebruiken is. En waar men dit wel deed, waar men dus van het gebruik als enkellader geheel afstand heeft gedaan, daar meende men de nadeelen van de hooge opvoering der vuursnelheid wel in den koop te moeten nemen, omdat het overwicht in vuurwerking een onafwijsbare eisch geacht werd, om de overwinning te kunnen bevechten." „Het Indische leger echter kan bij de vervulling zijner voornaamste gevechtstaak, den aanval op vijandelijke stellingen, die enorme vuur snelheid ontberen en behoeft zich dus ook de onafscheidelijk daaraan verbonden nadeelen niet te getroosten. Die nadeelen nu kan men, naar mijne meening, slechts ontgaan door een geweer te kiezen, dat als enkellader gebruikt kan worden." „De oefeningen op het vredesterrein kunnen niet beletten, dat de soldaat onder de steeds ernstige, somtijds de zenuwen zoozeer schok kende indrukken van het gevecht, meermalen te snel zal vuren, wanneer men hem een wapen in handen geeft, dat juist opzettelijk voor het afgeven van het snelst mogelijke vuur is ingericht." „Een wapen, waaraan hij steeds geheel machinaal, zonder de minste tusschenkomst zijner hersenen, zonder er naar om te zien, een paar hoogst eenvoudige bewegingen heeft te doen, om op nieuw een schot te kunnen lossen." (blz. 43 en 44). Deze vijfde aanhaling uit het artikel van den geachten schrijver kan mij, na aandachtige lezing en herlezing, tot geen andere slotsom Dl. I, 1894. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 222