211 achen, als tegenover den Europeeschen vijand. De vuursnelheid, die we thans kunnen aanwenden, beteekent niets bij degene, waarmede men eenige eeuwen later voor den dag zal komen en het moet daar heen geleid worden, dat de eigenschappen van den soldaat en de vechtwijze steeds verband blijven houden met den vooruit gang der vuurwapenen! En mocht desalniettemin het uitwerkings- procent dalen, de totale uitwerking in gelijk tijdsverloop behoeft daarom niet minder te worden. Het geweer der toekomst zal eene vuursnelheid bezitten, waarvan wij nu nog geen flauw begrip hebben en het steeds vernuftiger wordend verstand zal de nadeelen, die thans zoo velen tot hare te genstanders maken, door doelmatige opleiding van den soldaat, doelmatige vechtwijze en technische verbetering, meer en meer in beteekenis doen verliezen. Dat geloof ik en daarom meen ik, dat we ons in die richting moeten bewegen. Dat de invloed der zenuwen altijd zal blijven bestaan, zooals deze altijd bestaan heeft, zoo ook de paniekwaarvan reeds de oudtesta mentische boeken der grijze oudheid melding maken, toen men zich nog met de knots behelpen moest, is een zekere waarheid. Ik haal hier nog eens het volgende overbekende voorbeeld aan. „Na het gevecht bij Gettysburg in Pensylvanië werden op het slagveld 24000 geladen geweren (trompladers) gevonden, die aan beide partijen hadden toebehoord. De helft dier geweren bevatte twee ladingen; 6000 waren drie- tot tienmaal geladen; vele hadden vijf tot zes kogels op één lading en één geweer had zelfs hoee-en- twintig ladingen". Verdere beschouwingen van dezen en anderen aard, betreffende zenuwwerking in het gevecht, vindt men in mijn genoemd opstel over de uitwerking van het Infanterievuur in het gevecht en daaruit kan blijken, dat ik dit verschijnsel niet voorbijzie of gering acht. Maar ik blijf er bij, dat de zenuwen geen reden mogen vormen om de meergenoemde grens aan den soldaat te stellen. Voorzeker! De gevechten zullen hoe langer, hoe zenuwachtiger worden; naarmate het doodsgevaar aangroeit, doch, in vergelijking met dit laatstbe doelde, beteekent de invloed van de versnelling van het eigen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 224